Veiligheidsaansluitingen tot stand brengen
Toegel. werkdruk:
Testdruk:
Min. diameters
■
Inlaataansluiting veiligheidsklep
20,2 tot 53,7 kW: DN 15 (R
■
Uitblaasleiding veiligheidsklep
20,2 tot 53,7 kW: DN 20 (R
Leiding naar het expansievat
■
20,2 kW:
DN 12 (R
24,6 tot 53,7 kW: DN 20 (R
Kleinverdeler (toebehoren) monteren en aansluiten aan verwarmingswaterzijde
2.
1.
Afb. 16
Manometer
A
Ontluchtingskraan
B
Afsluitautomaat
C
Snelontluchter
D
Aanwijzing
Kleinverdeler tegenhouden bij het vastschroeven.
18
3 bar (0,3 MPa)
4 bar (0,4 MPa)
)
½
)
¾
)
½
)
¾
3.
Laagwaterniveaubeveiliging
Uit tests is gebleken dat van de volgens EN 12828 ver-
eiste laagwaterniveaubeveiliging kan worden afgezien.
Aanwijzing
De verwarmingsketels moeten van een veiligheidsklep
zijn voorzien, die moet geschikt zijn volgens de TRD
721 voor de overeenkomstige installatiedruk.
4.
Veiligheidsklep
E
T-stuk Rp
(als hier het expansievat aangesloten
F
½
wordt)
Ketelvulkraan
G