Condenswateraansluiting
A
B
Afb. 14
Toevoer vanaf verwarmingstoestel
A
Neutraliseringsinstallatie of actieve-koolfilter
B
Afvoer naar de riolering
C
Aan verwarmingswaterzijde aansluiten
Aanvoer en retour
Afb. 15
Aan aanvoer- en retourbuizen met de warmtewisselaa-
raansluiting zijn aan de verwarmingsketel aange-
bouwd.
Alle verbruikers moeten hierop zodanig worden aange-
sloten, dat in iedere situatie warm water door de warm-
tewisselaar stroomt.
vulaansluiting
De installatie moet via de vulkraan aan de kleinverde-
ler (toebehoren) of via de door de installateur
geplaatste aansluiting in de retour gevuld worden.
C
De condenswaterleiding via de kortste weg en met een
lichte helling en buisventilatie op de riolering aanslui-
ten. Indien nodig een neutraliseringsinstallatie plaat-
sen.
Aanwijzing
■
Bij werking met stookolie DIN 51605-EL-1-zwavel-
arm (zwavelgehalte
≤
ATV-DVWK-A 251 van een neutraliseringsinstallatie
worden afgezien.
■
Als geen neutraliseringsinstallatie wordt aangeslo-
ten, moet de actieve-koolfilter (toebehoren) worden
geplaatst.
Aanwijzing
■
Verwarmingscircuits en warmwaterboiler op de
gemeenschappelijke aanvoer en retour aansluiten.
■
Op de resterende vrije aansluiting aan de achterkant
van de ketel mag geen verbruiker aangesloten wor-
den.
50 mg/kg kan conform
17