BEDIENING
BEDIENING
REMPEDAAL
Met het rempedaal stopt u de machine.
Stoppen: Haal uw voet van het rijpedaal en laat
de machine naar de vrijstand schakelen. Trap nu
op het rempedaal.
PARKEERREMPEDAAL
Met de parkeerremhendel schakelt u de
achterremmen in en uit.
Inschakelen: Houd het rempedaal zo ver mogelijk
ingetrapt. Trap nu met uw voorvoet op het
parkeerrempedaal om de parkeerrem vast te
zetten.
LET OP: Voordat u de machine
achterlaat of er onderhoud aan pleegt:
parkeer de machine op een vlakke
ondergrond en schakel de parkeerrem
in. Zet de machine uit en haal de sleutel
uit het contact.
Uitschakelen: Trap het rempedaal in om de
parkeerrem vrij te zetten.
RIJPEDAAL
Met het rijpedaal bepaalt u de snelheid en de
rijrichting van de machine. Met de druk die u met
uw voet uitoefent, bepaalt u de snelheid van de
machine: hoe harder u op het pedaal drukt, des te
sneller rijdt de machine.
Wanneer de machine vooruit rijdt en u het
rijpedaal in de achteruit--stand zet, rijdt de
machine een stukje in de vrijloop alvorens van
richting te veranderen. Met het rempedaal stopt u
de machine.
Vooruit: Druk met uw tenen op het bovenste deel
van het rijpedaal.
N.B.: De machine gaat pas rijden nadat de
bestuurder op de bestuurderstoel heeft
plaatsgenomen.
12
Home
Find... Go To..
8300 330645 (8- -09)