Leer uw camera beter kennen
Fotografeertips en -informatie
Storingen opheffen
De camera schakelt niet in, zelfs niet met als een batterij geplaatst is
De batterij is niet volledig opgeladen
• Laad de batterij op met het laadapparaat.
De batterij werkt tijdelijk niet wegens een te lage temperatuur
• Bij lage temperatuur nemen de prestaties van de batterij af en de lading ervan is mogelijk onvol-
doende om de camera in te schakelen. Verwijder de batterij en warm deze op door hem een tijdje
in uw zak te houden.
Er wordt geen opname gemaakt als de ontspanknop wordt ingedrukt
De camera staat in de sluimerstand
• Wordt de camera niet gebruikt terwijl deze is ingeschakeld (de lens is uitgeschoven en de monitor
is aan), dan wordt de camera, om de batterij te sparen, automatisch in de sluimerstand gezet en
de monitor gaat uit. Er wordt geen opname gemaakt in deze stand, zelfs niet als de ontspanknop
helemaal wordt ingedrukt. Bedien de zoomknop of een andere knop om de camera uit de slui-
merstand te halen, voordat u een opname maakt. Wordt de camera 15 minuten niet gebruikt, dan
wordt de camera automatisch uitgeschakeld (de lens wordt ingeschoven en de monitor gaat uit).
Druk op o om de camera in te schakelen.
De functieknop wordt op q gezet
• Dit is de stand Weergeven voor het weergeven van foto's op de monitor. Zet de functieknop in de
stand Fotograferen.
De functieknop staat op g
• Er kunnen geen foto's worden gemaakt als de fotogids wordt weergegeven.
Maak foto's nadat u instellingen heeft uitgevoerd met behulp van de fotogids of stel de functie-
knop op een andere instelling dan g in de stand Fotograferen.
De flitser wordt opgeladen
• Wacht tot # (flitser wordt opgeladen) niet meer knippert voordat u de foto maakt.
De interne temperatuur van de camera loopt op
• Tijdens langdurig gebruik van de camera kan de interne temperatuur oplopen, wat ertoe kan lei-
den dat de camera automatisch wordt uitgeschakeld. Als dit gebeurt, verwijder dan de batterij uit
de camera en wacht tot de camera voldoende is afgekoeld. De externe temoperatuur vand e
camera kan ook oplopen tijdens gebruik, dit is echter normaal en wijst niet op een storing.
De geheugenindicator is vol
• Er kunnen geen foto's worden gemaakt als de geheugenindicator vol is. Wacht tot de geheugen-
indicator weer ruimte heeft.
a
Fotograferen
Vóór de opname
(Indicator is
gedoofd)
De datum en tijd zijn niet ingesteld
De camera is sinds het moment van aanschaf onder dezelfde omstandigheden gebruikt
• Op het moment van aanschaf zijn in de camera geen datum en tijd ingesteld. Stel de datum en
tijd in voordat u de camera gebruikt.
g "De camera inschakelen" (blz. 5)
"X Datum en tijd instellen" (blz. 33)
50
NL
b
Fotograferen
Eén opname
gemaakt
(Indicator brandt)
c
Fotograferen
Wachten
Twee of meer opna-
Maximale aantal opna-
men gemaakt
men bereikt (Alle seg-
(Indicator brandt)
d
menten lichten op)