4 Pendelknop (1243)
Gebruik de pendelknop om motiefprogramma's, foto weergave en de menuopties te selecteren.
5 o-knop (OK/FUNC)
Geeft het functiemenu weer, dat de functies en instellingen bevat die tijdens het fotograferen
worden gebruikt. Deze knop wordt ook gebruikt om uw selectie te bevestigen.
Functies die u met het functiemenu kunt instellen
P/AUTO
.................................................................... Fotograferen met automatische instellingen
Selecteer de stand Fotograferen als u de functieknop heeft ingesteld op K.
P (programmagestuurd
automatisch)
AUTO (Volautomatisch)
Overige functies die u met het functiemenu kunt instellen
g"WB Kleur van een foto aanpassen" (blz. 20)
"ISO De ISO-gevoeligheid wijzigen" (blz. 21)
"DRIVE Repeterend (continu) fotograferen" (blz. 21)
"ESP/n Een ander vlak kiezen voor het meten van de helderheid van een object" (blz. 21)
Functiemenu
P P
P
WB
AUTO
ISO
AUTO
o
P/AUTO
P/AUTO
h
P
ESP
6 m -knop (MENU)
Geeft het hoofdmenu weer.
7 Zoomknop
Stand Fotograferen: In- en uitzoomen op uw object
Optische zoom: 3×
Uitzoomen:
Druk op W op de
zoomknop.
12
NL
De camera stelt aan de hand van de helderheid van het object
automatisch de optimale diafragmawaarde en sluitertijd in.
De camera stelt behalve diafragma en sluitertijd, automatisch de
witbalans en de ISO-gevoeligheid in.
12: Selecteer de functie die u wilt instellen.
43: Selecteer een instelling en druk op o.
Inzoomen tijdens het fotograferen / gezoomd weergeven
P P
[ ]
[ IN
IN ]
4 4
HQ 3648
HQ
3648
×
2736
2736
Inzoomen:
P P
Druk op T op de
zoomknop.
[ ]
[ IN
IN ]
4 4
HQ 3648
HQ
3648
×
2736
2736