Opbouw en functie
Interfaces voor de automatisering
5.4.4
RT PWS1 19POL
5.5
Interfaces voor de automatisering
Apparaatschade door onvakkundige aansluiting!
Ongeschikte besturingskabels of verkeerde bezetting van in- en uitgangssignalen kunnen het
apparaat beschadigen.
•
Alleen afgeschermde besturingskabels gebruiken!
•
Wanneer het apparaat met regelspanningen wordt gebruikt, moet de verbinding via geschikte
scheidingsversterkers worden gemaakt!
•
Om de hoofd- resp. daalstroom via regelspanningen te besturen, moeten de desbetreffende
ingangen worden vrijgeschakeld (zie Activering ingestelde regelspanning).
5.5.1
Aansluitbus afstandsbediening 19-polig
Pin
Signaalvorm
A
Uitgang
B/L
Uitgang
E
Ingang
F
Uitgang
C
Ingang
J/U
Uitgang
K
Uitgang
R
Ingang
M/N
Ingang
30
Functies
•
Traploos instelbare lasstroom (0 % tot 100 %) afhankelijk van de vooraf
geselecteerde hoofdstroom op het lasapparaat.
•
Poolschakelaar, geschikt voor apparaten met PWS-functie.
Benaming
Aansluiting voor kabelmantel (PE)
Stroom-vloeit-signaal I>0, potentiaalvrij (max. +- 15 V / 100 mA)
Omschakeling lasstroompotentiaal (PWS) uitsluitend AC-apparaten (referentie-
potentiaal 0 V)
Referentiespanning voor potentiometer 10 V (max. 10 mA)
Regelspanninginvoer voor hoofdstroom 0–10 V (0 V = I
Referentiepotentiaal 0 V
Voeding +15 V, max. 75 mA
Lasstroom start / stop
Activering ingestelde regelspanning
Om de externe regelspanningsinvoer voor de hoofd- en daalstroom te active-
ren, moeten de signalen M en N op referentiepotentiaal 0 V worden gezet.
Afbeelding 5-16
/ 10 V = I
)
min
max
099-005630-EW505
26.10.2022