Het kan zijn dat de remhendel en het rempe-
●
daal lichtjes terugspringen wanneer u de rem
bedient. Dit is normaal.
Gebruik altijd de aanbevolen voor-/achterban-
●
den en tandwielen om de werking van ABS te
waarborgen.
#
Remmen op de motor
Remmen op de motor helpt om de snelheid van
uw motorfiets te verminderen wanneer u gas
mindert. Schakel terug naar een lagere versnelling
om meer snelheid te verminderen. Rem op de
motor en gebruik met tussenpozen de rem om
snelheid te minderen wanneer u lange, steile
hellingen afrijdt.
#
Natte of regenachtige omstandigheden
Wegoppervlakken zijn glad wanneer ze nat zijn, en
natte remmen zorgen voor een verminderde
remwerking.
Wees bijzonder voorzichtig bij het remmen onder
natte omstandigheden.
Als de remmen nat worden, rem dan tijdens het
rijden op lage snelheid om ze te laten drogen.
Voorzorgsmaatregelen voor het rijden
Parkeren
Parkeer op een stevige, horizontale ondergrond.
●
Als u op een lichte helling of onverhard terrein
●
moet parkeren, parkeer de motorfiets dan zo-
danig dat deze niet kan wegrollen of omvallen.
Zorg ervoor dat hete onderdelen niet in contact
●
kunnen komen met ontvlambare materialen.
Raak de motor, geluiddemper, remmen en
●
andere hete onderdelen niet aan voordat ze
zijn afgekoeld.
Zet het stuur altijd op slot en verwijder de sleu-
●
tel als u de motorfiets onbewaakt achterlaat,
om de kans op diefstal te verminderen.
Het gebruik van een antidiefstalalarmsysteem
wordt ook aanbevolen.
Vervolg
13