5.5
Elektrische installatie
AANWIJZING
Gevaar van materiële schade aan de RollerDrive en/of aan de kabels van de RollerDrive!
Laat de RollerDrive nooit draaien op wisselstroom, omdat dit onherstelbare schade aan het apparaat
¾
veroorzaakt.
De RollerDrive-stekker niet blootstellen aan hoge trek- respectievelijk drukbelasting. Bij het buigen van de
¾
RollerDrive-kabel en bij het met geweld aandraaien van de bevestigingsmoer kan de isolatie van de kabel
beschadigd raken, wat kan leiden tot uitval van de RollerDrive.
Toegestane buigstraal: enkelvoudige buiging 15 mm, meervoudige buiging 50 mm.
¾
De RollerDrive-stekker aansluiten op de overeenkomstige aansluiting van de Interroll-besturing.
¾
Indien er geen Interroll-besturing wordt gebruikt, moet er een adapterkabel worden gebruikt om de
RollerDrive aan te sluiten op de besturing (voor plaatsing van de pinnen zie „RollerDrive-stekker" op
pagina 20). Als de RollerDrive-stekker wordt afgesneden, dan vervalt de garantie!
Bij gebruik van een verlengsnoer om de RollerDrive aan te sluiten mag de lengte van 10 m niet worden
overschreden.
AANWIJZING
Mogelijke beschadiging van de RollerDrive!
De pinnen 1 en 3 zijn niet ompolingsbeveiligd
Zorg voor de juiste polariteit.
¾
Versie 3.3 (04/2020) Online
Vertaling van de originele gebruikershandleiding
Montage en installatie
31 van 42