Montage en installatie
5.2
RollerDrive installeren
Invoeren van de bevestigingsas
AANWIJZING
Beschadiging van de binnenkant van de RollerDrive door onjuist handelen!
Bevestigingsbout nog niet monteren
¾
Zorg voor een juist contact tussen alle metalen elementen van de bandeenheid (RollerDrive, zijprofiel,
¾
steunconstructie,...). Onjuist contact kan leiden tot statische ladingen, die vervolgens kunnen leiden tot
storingen of vroegtijdige uitval van de RollerDrive en/of de aangesloten besturing.
Verpakkingsmaterialen en transportbeveiliging verwijderen van de RollerDrive.
¾
Om een veilige aarding van de RollerDrive te garanderen moet de bevestigingsbout direct contact hebben
met het metalen oppervlak van het geaarde zijprofiel.
Zo nodig de coating van het zijprofiel rondom de bevestigingsmoer verwijderen!
¾
RollerDrive-kabel en bevestigingsas in het voorziene zeskantgat (min. 11,2 mm) of ronde gat (min. 12,2 mm)
¾
van het zijprofiel aanbrengen.
Een of twee rondprofielsnaren van 4 mm, max. 5 mm of Poly V-riemen positioneren.
¾
26 van 42
Versie 3.3 (04/2020) Online
Vertaling van de originele gebruikershandleiding