Advertenties
1
Druk in de standbystand op de vierwegbesturing (4).
Het instelscherm van de flitsinstelling verschijnt.
2
Selecteer een weergavefunctie met
de vierwegbesturing (45) en druk
op de knop 4.
De camera is gereed voor het maken
van een opname.
Lange-sluitertijdsynchronisatie en 2e-sluitergordijnsynchronisatie vertragen
de sluitersnelheid. Om bewegingen van de camera te voorkomen, schakelt
u de functie Shake Reduction in of maakt u gebruik van een statief.
De flitsintensiteit corrigeren
U kunt de flitsintensiteit wijzigen binnen een bereik van -2,0 tot +1,0.
Op basis van het stapinterval dat ingesteld is bij [1. LW-stappen] in het
menu [A Pers.instelling 1] kunt u de volgende flitscorrectiewaarden
instellen
LW-stappen
-2,0; -1,7; -1,3; -1,0; -0,7; -0,3; 0,0; +0,3; +0,7; +1,0
1/3 LW
-2,0; -1,5; -1,0; -0,5; 0,0; +0,5; +1,0
1/2 LW
1
Druk bij stap 2 op p.75 op de vierwegbesturing (3).
2
Draai aan de e-knop aan
de achterzijde (S).
De flitscorrectiewaarde wordt ingesteld.
Druk op de knop d om de waarde
te resetten naar 0.0.
Te selecteren flitscorrectiewaarde
Auto ontladen flitser
Auto ontladen flitser
0.0
0.0
Annul.
Annul.
MENU
Auto ontladen flitser
Auto ontladen flitser
+0.7
+0.7
Annul.
Annul.
MENU
75
3
OK
OK
OK
OK
OK
OK
Advertenties
