Inhoudsopgave
Advertenties
Indien [AF1 inschakelen] of [AF2 inschakelen] toegewezen is aan de knop
=/L, kunt u de camera zo instellen dat er automatisch scherp gesteld
wordt wanneer u de knop =/L indrukt, op dezelfde manier als wanneer
de ontspanknop half wordt ingedrukt. Standaard kan autofocus worden
uitgevoerd door de ontspanknop half in te drukken en met gebruik van de knop
=/L. (p.183)
Autofocus standen bij opnamen met de zoeker
De volgende autofocus standen kunnen bij opnamen met de zoeker
geselecteerd worden.
Als de ontspanknop half ingedrukt is, en er is scherp gesteld op
het onderwerp, dan wordt de focus in die positie vergrendeld
(focusvergrendeling). Als het onderwerp buiten het bereik is
van het scherpstelgebied, richt u de camera op het onderwerp
in het scherpstelgebied, vergrendelt u de focus op dat punt
(focusvergrendeling), en stelt u uw opname opnieuw samen.
l
Enkele stand
• De scherpstelstand staat vast op l in c (Portret)/
s (Landschap)/b (Macro)/. (Portret bij nacht)/x (Bos)/
A (Nachtopname)/Z (HDR-nachtbeeld)/K (Eten & drinken)/
K (Zonsondergang)/Q (Strand & sneeuw)/y (Retroverl.
silhouet)/U (Kaarslicht)/E (Museum) van H stand.
• Het AF-hulplicht wordt zo nodig ingeschakeld.
• U kunt bij [12. AF.S-instelling] van het menu [A Pers.instelling 2]
de actieprioriteit instellen voor wanneer de ontspanknop volledig
ingedrukt wordt.
Scherpstellingsvoorkeuze
Sluitervoorkeuze
De sluiter kan niet worden
ontspannen totdat het onderwerp
scherp is gesteld.
(standaardinstelling)
Als het onderwerp te dicht bij de
camera is, doe dan een of meer
stappen terug en maak de
opname. Als het onderwerp
moeilijk scherp te stellen is,
stel dan handmatig scherp.
De sluiter kan zelfs worden
ontspannen als het onderwerp
niet scherp is.
113
4
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
