238
3
Druk op de 3 knop.
Het scherm dat werd weergegeven voordat u het menu-item
selecteerde, wordt opnieuw weergegeven.
Het batterijniveau wordt niet correct bepaald als het batterijtype dat gebruikt
wordt, verschilt van het item dat u heeft geselecteerd heeft. Stel het correcte
batterijtype in. Normaliter is er geen probleem bij het gebruik van [Autodetect],
het kan echter even duren voordat het batterijtype gedetecteerd wordt. Bij lage
temperaturen en bij het gebruik van batterijen die lang zijn bewaard moet u
echter zelf het batterijtype instellen, zodat de camera het juiste batterijniveau
kan bepalen.
Instellingen selecteren om op te slaan
in de camera (Geheugen)
U kunt opgeven welke functie-instellingen moeten worden opgeslagen
als de camera wordt uitgezet. U kunt de volgende functie-instellingen
opslaan.
Functie
7
Flitsinstelling
Transportstand
Witbalans
Aangepaste opname
Gevoeligheid
Belichtingscorrectie
Deze instelling kan niet uitgevoerd worden als de functiekiezer ingesteld
is op B of C.
1
Selecteer [Geheugen] in het [A Opnamemodus 4] menu,
en druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Geheugen 1] verschijnt.
Standaard-
instelling
Belichtingscompensatie
O
Digitaal filter
O
HDR-opname
O
Display opname-info
O
Display weergave-info
O
Bestandsnummer
O
Standaard-
Functie
instelling
O
P
P
P
O
O