Werken met de ingebouwde flitser
Gebruik een flitser om opnamen te maken bij zwakke belichting of met
achtergrondlicht.
De ingebouwde flitser werkt optimaal op een afstand tot het onderwerp
van circa 0,7 m tot 5 meter. Vignettering (de hoeken van de opname
worden dan zwart vanwege een gebrek aan licht) kan optreden bij een
afstand van minder dan 0,7 m (deze afstand varieert enigszins, afhankelijk
van het gebruikte objectief en de ingestelde gevoeligheid (p.267)).
• Verwijder de objectiefdop vóór u opnamen maakt als u een ingebouwde
flitser gebruikt. Vignettering kan optreden afhankelijk van het gebruikte
objectief en de opnameomstandigheden. Zie "Objectief en ingebouwde
flitser" (p.289) voor bijzonderheden.
• De ingebouwde flitser gaat altijd volledig af als u een objectief gebruikt
zonder een s-positie (Auto).
Zie "Werken met de flitser" (p.265) voor meer informatie over de ingebouwde
flitser en instructies voor het maken van opnamen met een externe flitser.
73
3