1
Inleiding
Beschrijving van het apparaat
Beademingsapparaat e360 is een hoogpresterend, door een
microprocessor bestuurd beademingsapparaat dat gemakkelijk
in gebruik en onderhoud is. De e360 is voorzien van een
gastoedieningssysteem met twee servo's, een servogestuurde
actieve expiratieklep, een gebruiksvriendelijke interface en een
grafische touchscreen-monitor. Het elektronisch gestuurde
inlaatgasmengsysteem werkt beter dan traditionele pneumatische
mengers, die gas uit het systeem moeten afvoeren om consequent
een nauwkeurig geregelde zuurstofconcentratie te leveren. De twee
servo's reageren onmiddellijk op wijzigingen van de ingestelde
FIO2. Er is ongeveer 60 minuten back-upstroom voor de werking
beschikbaar als de interne batterij van het beademingsapparaat
volledig opgeladen is. Voorts heeft de e360 aansluitingen voor een
extern alarm (verpleegoproep) en externe alarmonderdrukking, een
RS232-interface voor aansluiting op centrale bewakingssystemen,
een VGA-poort voor aansluiting op een extern beeldscherm en een
USB-poort voor het uploaden van software en het downloaden van
opgeslagen bestanden.
Als de e360 wordt ingeschakeld, wordt door middel van een
inschakelzelftest (power on self-test; POST) de integriteit van de
software en hardware van het beademingsapparaat gecontroleerd.
Tijdens bedrijf voert het beademingsapparaat regelmatig kalibraties
van de druktransducers en softwaretests uit om de juistheid van
bewaakte en weergegeven gegevens te waarborgen. Een door de
gebruiker geactiveerde circuitcontrole zorgt voor tests op lekkage in
het beademingscircuitsysteem, meet de compliantie en weerstand
van het circuit en kalibreert de expiratieflowsensor. Door de gebruiker
geactiveerde sensorkalibratietests maken kalibratie van de zuurstof-
en expiratieflowsensor mogelijk.
Alle ademslagtypen en -modi bieden beademings- en alarminstellingen
in een bereik dat geschikt is voor volwassen of voor pediatrische/
neonatale patiënten. De e360 heeft instelbare alarmlimieten
voor hoge en lage piekluchtwegdruk, hoge en lage expiratoire
minuutvolume/back-upbeademing, hoge ademhalingsfrequentie,
loskoppelingsdrempel en apneu. Er zijn ingebouwde alarmen
voor O
-bewaking, O
- en flowsensors, lage baseline-druk, hoge
2
2
baseline-druk, aanhoudend hoge baseline-druk, overschrijding van
beademingsapparaatinstellingen, batterij bijna leeg, uitval gastoevoer,
apparaatwaarschuwing en voedingsoverschakeling.
Het beademingsapparaat bewaakt de voedingsbron, geëxpireerde
volumes, piekflows, ademhalingstijdparameters (verhouding
I:E, ademhalingsfrequentie en inspiratieduur), toegediende
zuurstofconcentratie, patiëntdrukwaarden (piek, plateau, gemiddelde
luchtwegdruk, baseline) en pulmonale mechanica en geeft deze weer.
5-1
OPR360U A0509
Tijdens de expiratie gebruikt de e360 een biasflow voor het verwijderen
van de geëxpireerde CO
en het stabiliseren van de temperatuur,
2
vochtigheid en baseline-druk in het patiëntbeademingscircuit. Een
stabiele baseline-druk tussen de ademhalingen door helpt om auto-
triggering tot een minimum te beperken.
1-1
OPR360U-NL Rev. A 02-2013