7
Uitleg van modi, ademslagtypen en speciale functies
spontane ademslagen van de patiënt in de modi SPONT en SIMV van
Volume Targeted Pressure Control voert het beademingsapparaat
ademslagen met constante druk in het beademingscircuit uit, met
een druk gelijk aan een door het beademingsapparaat geselecteerd
niveau tussen PEEP/CPAP + 5 cmH
een van de drie drempels voor cyclus 'uit' wordt bereikt.
Elke spontane VTPS-ademslag wordt toegediend volgens de
door de gebruiker geselecteerde instellingen voor Tidal Volume en
Pressure Limit, Slope/Rise en PEEP/CPAP. Dit lijkt sterk op spontane
ademslagen met drukondersteuning maar anders dan bij spontane
ademslagen met drukondersteuning die worden toegediend als
het ademslagtype Pressure Control, BPRV* of Volume Control
is geselecteerd, wordt het drukondersteuningsniveau door het
beademingsapparaat voor elke ademslag afzonderlijk geregeld op
het laagst mogelijke niveau tussen 5 cmH
en de instelling Pressure Limit teneinde het ingestelde teugvolume te
verwezenlijken. Het ingestelde teugvolume is niet gegarandeerd voor
elke ademslag; het is een target.
De streefdruk van de eerste ademslag (als er nog geen streefdruk is
vastgesteld) bedraagt PEEP/CPAP + 5 cmH
De cyclus van VTPS-ademslagen (Volume Target Pressure Support)*
gaat naar 'uit' wanneer een van de volgende drie drempels is bereikt:
de toegediende flow daalt tot een ingesteld percentage (%) van de
piekflow (door de gebruiker ingesteld via Expiratory Threshold in
de gegevensset Advanced), de duur van de ademslag bereikt de
maximale inspiratieduur (2,0 seconden voor Adult, 1,2 seconden voor
Ped/Infant) of bij een uitschieter van de druk, afhankelijk van wat zich
het eerst voordoet. Zie afbeelding 7-2 voor een illustratie van het
optreden van drukuitschieters.
Let op dat u Expiratory Threshold zodanig instelt dat ademslagcyclus
'uit' zich voordoet op hetzelfde moment als het einde van de
patiëntinspanning, of kies AUTO, zodat FlexCycle de instelling
Expiratory Threshold voor elke afzonderlijke ademslag kan afstellen.
Beademingsmodi
De ademslagtypen omvatten een keuze uit drie modi:
• A /CMV (Assist/Control Mandatory Ventilation; ondersteuning/
sturing opgelegde beademing)
5-1
• S IMV (Synchronized Intermittent Mandatory Ventilation;
gesynchroniseerde intermitterende opgelegde beademing)
• SPONT (spontaan)
7-6
O/mbar en de druklimiet, totdat
2
O/mbar boven PEEP/CPAP
2
O/mbar.
2
*niet beschikbaar op model S
OPR360U-NL Rev. A 02-2013
OPR360U A0509