Fig. 12 - Fase 1
• Oorspronkelijke positie van de buis volledig ingetrokken (zie Fig. 12).
• Trek de buis circa 2 cm uit (zie Fig. 13).
• Plaats de vrouwelijke buis ø 6 cm (zie Fig. 14).
5
INSTALLATIE
5.1
INLEIDING
• De positie van de montage moet gekozen worden op grond van de omgeving, de afvoer en het rookkanaal.
• Controleer bij de plaatselijke overheid of er beperkende normen zijn die betrekking hebben op de inlaat van de verbran-
dingslucht, de inlaat voor de ventilatie van het vertrek, de rookafvoerinstallatie, het rookkanaal en de schoorsteenpot.
• Controleer of de inlaat voor verbrandingslucht aanwezig is.
• Controleer de eventuele aanwezigheid van andere kachels of apparaten die de kamer in onderdruk kunnen brengen.
• Controleer met ingeschakelde kachel of er geen CO in het vertrek aanwezig is.
• Controleer of de schoorsteen de benodigde trek heeft.
• Controleer of tijdens de trek van de rook alles in veilige staat verkeert (eventuele rooklekken en afstanden ten opzichte van
ontvlambaar materiaal, enz...).
• De installatie van het apparaat moet een gemakkelijke toegang voor de reiniging van het apparaat, de rookafvoerleidingen en
het rookkanaal garanderen.
• De installatie moet een gemakkelijke toegang tot de elektrische voedingsstekker garanderen (zie ELEKTRISCHE AANSLUI-
TING a pag. 26).
• Om meer apparaten te kunnen installeren, moet de buitenluchtinlaat de daarvoor geschikte afmetingen krijgen (zie KENMER-
KEN a pag. 42).
12
SFERA3 - PRINCE3 - GLOBE AT - SFERA3 PLUS - SIRE3 PLUS - DOGE3 PLUS - PRINCE3 PLUS - ELISE3 PLUS - VEGA AT - TREND AT - VENUS3 PLUS - JOY AT
Fig. 13 - Fase 2
Fig. 14 - Fase 3