4.2
INLAAT VERBRANDINGSLUCHT VOOR INSTALLATIE MET HERMETISCH GESLOTEN KAMER
LEGENDA
Controleer of de aangekochte kachel een hermetisch gesloten kamer heeft. Als de kachel een hermetisch gesloten kamer heeft en
u wilt dat de gehele installatie hermetisch gesloten is, volg dan onderstaande aanwijzingen:
• Het is noodzakelijk dat de lucht die voor de verbranding nodig is rechtstreeks van buitenaf opgenomen wordt.
• Gebruik een buis met minimaal Ø60 mm en een maximumlengte van 2 meter. Zie voor de aansluiting de achterzijde van de
kachel.
• De Franse norm laat de installatie in een schoorsteenpijp met dubbele wand toe (concentrisch systeem). De verbrandingslucht
wordt opgenomen uit de dubbele wand.
• Het is noodzakelijk om tijdens de installatiefase de minimumafstanden die voor de verbrandingsluchtinlaat nodig zijn te laten
nakijken, omdat (bijvoorbeeld) een geopende raam of deur een werveling veroorzaken die de benodigde verbrandingslucht
aan de kachel kan onttrekken (zie het schema hieronder).
• Het is nodig op de buitenmuur een bocht van 90° te installeren om de toevoer van de verbrandingslucht te beschermen tegen
de effecten van de wind: richt de opening van de bocht omlaag, zie Fig. 11.
• Voorzie de bocht van een extern beschermrooster tegen vogels en op een wijze dat het door geen enkel object belemmerd wordt.
Controleer bij de plaatselijke overheden of er beperkende normen zijn die op de inlaat van verbrandingslucht
betrekking hebben: is dat het geval dan moeten deze in acht genomen worden.
In enkele landen en/of streken is de installatie met hermetisch gesloten kamer verplicht: houd u in geval van
twijfel altijd aan de strengste regels.
4.3
INLAAT VERBRANDINGSLUCHT VOOR INSTALLATIE MET HERMETISCH GESLOTEN KAMER
Procedure voor de aansluiting met de kachel in een afgedichte kamer met concentrisch systeem:
SFERA3 - PRINCE3 - GLOBE AT - SFERA3 PLUS - SIRE3 PLUS - DOGE3 PLUS - PRINCE3 PLUS - ELISE3 PLUS - VEGA AT - TREND AT - VENUS3 PLUS - JOY AT
Fig. 11 - Luchtinlaat voor installatie met hermetisch gesloten kamer
Fig. 11
1
≥ 1,5 m.
2
≥ 0,3 m.
3
Aanzicht dwarsdoorsnede
4
Beschermrooster
5
Opening van de bocht die omlaag gericht moet worden
11