Instellen van het beeld
Het beeld instellen
Opmerking
• Selecteer eerst de geheugenlocatie (Geheugen
1 tot 5 of Geheugen UIT), als u de instellingen
van het menu "Beeld" wilt opslaan. (Zie bladzijde
44.)
Kies het gewenste onderdeel in het menu
"Beeld" en stel het beeld in.
Het menuscherm fijnafstellen
Voorbeeld: het menu "Beeld" voor de
INGANG 1 (Component)-functie
Beschrijving van de beeldinstellingen
Druk op
Instelbare onderdelen
Contrast
voor minder contrast.
Helder
voor een minder helder beeld.
Kleur
voor minder intense kleuren.
Tint
voor paarsige huidtinten.
Scherpte
voor een minder scherp beeld.
Rood
voor minder rood.
Blauw
voor minder blauw.
-42
NL
bladzijde
36
Druk op
\
|
voor meer contrast.
voor een helder beeld.
voor intensere kleuren.
voor groenige huidtinten.
voor een scherper beeld.
voor meer rood.
voor meer blauw.
Info
• Als u INGANG 1 heeft geselecteerd en het
"Signaaltype" heeft ingesteld op "RGB", wordt
de "Kleur", de "Tint" en de "Scherpte" niet
weergegeven.
• De "Tint" kan niet ingesteld worden, maar de
optie "Scherpte" kan in het "Beeld" menu
ingesteld worden op een waarde tussen de -3
en +3, als "Videosysteem" is ingesteld op "PAL",
"SECAM", "PAL-M", "PAL-N" of "PAL-60" voor
de INGANG 2- of INGANG 3-modus.
• "Sherpte" kan worden ingesteld als 480
540P-, 580
I
-, 580P-, 720P-, 1035
signalen
worden
"Signaaltype" voor INGANG 1 is ingesteld op
"Component".
• Om alle instelbare onderdelen terug te stellen,
kiest u "Reset" en drukt u op
I
-, 480P-,
I
- of 1080
I
gedetecteerd
terwijl
.
-