3.5
INTERNE BATTERIJ
LET OP
Er moet rekening worden gehouden met de operationele kenmerken van de
batterij.
LET OP
Het defect raken van de batterij of de lader heeft geen invloed op de
werking van het apparaat via netspanning. U kunt het apparaat dus
gewoon blijven gebruiken. Maar houd er wel rekening mee dat de back-
upbatterij niet werkt indien de stroom uitvalt.
LET OP
De alarmmelding "Battery low charge" (Batterij bijna leeg) verschijnt een
aantal minuten voordat de batterij leeg is. Het apparaat wordt automatisch
UITGESCHAKELD als het niet op netvoeding is aangesloten.
LET OP
Het continu rood branden van het "Power" (Aan/uit)-indicatielampje duidt
op een storing in het voedingssysteem van het apparaat. Dit heeft geen
invloed op de werking van de netvoeding, maar als de netvoeding wegvalt,
wordt het apparaat uitgeschakeld. Neem contact op met de serviceafdeling.
LET OP
Het continu rood branden van het "Bat." (Batterij)-indicatielampje duidt op
een storing in het voedingssysteem van het apparaat. Neem contact op met
de serviceafdeling.
LET OP
De batterij moet altijd worden opgeladen zodat hij gereed is om als
reservebatterij te functioneren. Zorg ervoor dat de batterij wordt opgeladen
nadat hij als reservebatterij is gebruikt.
Het apparaat heeft een back-upvoeding (interne batterij met oplader), die zorgt voor
een ononderbroken, onafhankelijke werking als er geen stroom kan worden geleverd via de
stroomadapter.
De capaciteit van de batterij neemt af tijdens continu gebruik en wanneer de juiste
instructies niet worden opgevolgd. Als gevolg hiervan kan de zelfstandige werkingsduur (bij
werking op de batterij) worden verkort; dat kan geen reden zijn om een claim bij de fabrikant
in te dienen.
Het kan nodig zijn om de batterij een paar keer (ten minste eenmaal per half jaar) te
cycleren (op te laden en vervolgens te ontladen) om de volledige laadcapaciteit te verkrijgen
BEDIENING
75