Vervang de watertrap elke maand of vaker indien nodig.
Hanteer de inhoud van de watertrap op dezelfde wijze als lichaamsvloeistoffen.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de watertrap voor meer informatie over
toepassingsinstructies.
1.2.3 Gasmonsterlijn
VERBOD
Gebruik geen andere slangen, zoals IV-lijnen omdat dit letsel bij de patiënt tot
gevolg kan hebben.
Gebruik de monsterlijn niet met ontvlambare anesthesiemiddelen.
LET OP
Gebruik alleen de kleurloze «Volwassen»-versie van de monsterlijn voor de
«Volwassen»-versie van de watertrap.
LET OP
Gebruik alleen de blauwe «Pasgeborene»-versie van de monsterlijn voor de
«Pasgeborene»-versie van de watertrap.
LET OP
Lees vóór gebruik de gebruiksaanwijzing die bij de gasmonsterlijn is geleverd
zorgvuldig door.
De gasmonsterlijn (Afbeelding 1.1, nr. 4) is bedoeld om de gassonde van het
beademingscircuit van de patiënt te bemonsteren. De gasmonsterlijn is een product voor
eenmalig gebruik en dient na elk gebruik op de juiste wijze te worden afgevoerd.
Sluit één zijde van de gasmonsterlijn aan op de inlaatpoort van de watertrap. De andere
kant moet worden aangesloten op de gasmonitorpoort van het beademingscircuit van de
patiënt of de adapter met Luer Lock-connector (T-stuk of Y-stuk).
Controleer de gasmonsterlijn vóór de aansluiting. Hij moet droog en schoon zijn.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de monsterlijn voor meer informatie over
toepassingsinstructies.
1.2.4 Afvoergasleiding
De afvoergasleiding (Afbeelding 1.1, nr. 8) is bedoeld voor het verwijderen van de
gassen in het apparaat na analyse. De afvoergasleiding is een product voor eenmalig
gebruik en moet na elk gebruik op de juiste wijze worden afgevoerd.
De afvoergasleiding moet aan de ene kant worden aangesloten op de afvoerpoort van
het apparaat (Afbeelding 1.2, nr. 1) en aan de andere kant op het scavenging gasfilter.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het scavenging gassysteem en het filter.
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
22