Inhoudsopgave
Advertenties
Nr. Alarmmelding
27
MIS verbonden
28
MIS niet
verbonden
29
Nulkalibratie
30
Meetmodule
warmt op
31
Watertrap
pasgeborene
32
Instellingen
verwijderen
Een alarm en gebeurtenis wordt elke 5 seconden geregistreerd en elke minuut naar het
alarmlogboek geschreven. Er kan 1 minuut na het opstarten nauwkeurig worden
genavigeerd met het navigatiepaneel.
Procedure voor het controleren van het alarm
Volg deze stappen om het alarmsysteem te controleren voordat het apparaat in
werking wordt gesteld:
•
Schakel het apparaat in (zie § 2.2);
Activeer de demomodus (zie § 1.3.5);
•
Stel de bovenste (of onderste) limiet van de bewaakte parameter lager (of
•
hoger) in dan de weergegeven waarde.
Controleer de activering van het alarmsysteem (geluids- en visuele signalen);
•
Deactiveer de demomodus door de bedieningsmodus in te stellen (zie § 1.3.5)
•
voordat het apparaat in werking wordt gesteld;
Lijst met alarmen en gebeurtenissen die worden weergegeven in de statusregel, wordt
weergegeven in tabel 2.5. Gebeurtenissen zonder duur worden gedurende 5 seconden op
de statusregel weergegeven.
Prioriteit
Alarmcondities
---
Juiste overdracht en
ontvangst van
gegevens van MIS
---
Geen overdracht en
ontvangst van
gegevens van MIS
---
Nulkalibratie van de
meetmodule
---
Meetmodule is bezig
met opwarmen
---
Watertrap
pasgeborene is
aangesloten
---
Terugzetten naar
fabrieksinstellingen
BEDIENING
Indicatie, handelingen
van de operator
Pictogram en bericht in het
alarmlogboek
Pictogram en bericht in het
alarmlogboek
Bericht in de statusregel en
het alarmlogboek
Bericht in de statusregel en
het alarmlogboek
Pictogram en bericht in het
alarmlogboek
Bericht in het alarmlogboek
69
Advertenties
Inhoudsopgave
