Uitpakken
1.
Verwijder de plasticfolie. Let erop dat het appa-
raat hierbij niet beschadigd raakt.
2.
Verwijder het transport- en verpakkingsmateriaal
milieuvriendelijk in overeenstemming met de loka-
le voorschriften.
Til de gevelpakketten van de
verpakkingseenheid 2 en zet ze neer
Indien het apparaat niet met een palletwagen wordt ge-
transporteerd: Til het apparaat pas van de pallet na-
dat de gevelpakketten ( "5.1 Leveringsomvang", pa-
gina 8, Pos. 2, 3 en 6) zijn uitgepakt en weggezet.
Optioneel scheiden van de ventilatormodule
AANWIJZING
Indien nodig (nauwe passages) kan de venti-
latormodule worden verwijderd.
1.
Scheid de stekkerverbindingen van de last- en
buskabel linksboven op de schakelkast van het
koelcircuit naar de ventilatormodule.
2.
Verwijder de 4 schroeven van de ventilatormodule.
3.
De ventilatormodule verwijderen en veilig wegzet-
ten.
4.
Breek uitstekende verbindingselementen van de
piepschuimkruizen af.
1 Spanbanden met greepopeningen
2 Verbindingselement van piepschuim
3 Schroeven van de ventilatormodule
Technische wijzigingen voorbehouden | 83024000cNL – Vertaling van de originele gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Apparaat dragen, transport met een
steekwagen
Behuizingswanden zijn weggezet.
Om de warmtepompmodule bevinden zich twee span-
banden met greepopeningen op verschillende hoogtes,
die gebruikt kunnen worden voor het tillen en dragen.
In de uitsparingen voor de luchtschachten aan de zij-
kanten zijn voor de stabiliteit twee steunkruizen ge-
klemd – verwijder deze pas na het transport!
Transport van de warmtepompmodule met
een steekwagen
1.
Laad de warmtepompmodule alleen met de smal-
le zijde, links of rechts, op de steekwagen.
2.
Borg de warmtepompmodule met een spanband
op de steekwagen.
3.
Transporteer de warmtepompmodule naar de op-
stellingsplaats.
5.4 Opstelling
VOORZICHTIG
In het luchtuitlaatbereik is de luchttempe-
ratuur ca. 5 K lager dan de omgevingstem-
peratuur. Onder bepaalde klimatologische
omstandigheden kan daardoor in het lucht-
uitlaatbereik een ijslaag ontstaan. Stel de
warmtepomp zo op dat de luchtuitblaasope-
ning niet gericht is naar een weg waar gelo-
pen wordt.
9