7
Montage elektrisch systeem
Elektrische aansluitingen tot stand brengen
LET OP
Vernieling van de compressor door een verkeerd
draaiveld!
► Zorg ervoor dat voor de voeding van de compres-
sor een rechts draaiveld beschikbaar is.
Fundamentele informatie over de elektrische
aansluiting
●
Voor elektrische aansluitingen gelden eventueel
voorschriften van het lokale energiebedrijf
●
De stroomvoorziening van de warmtepomp moet
uitgerust zijn met een zekeringautomaat die op
alle polen is aangesloten en een afstand van ten
minste 3 mm tussen de contacten heeft (conform
IEC 60947-2)
●
Let op de waarde van de uitschakelstroom
( "Technische gegevens / leveringsomvang", pa-
gina 17)
●
Neem de voorschriften met betrekking tot elektro-
magnetische compatibiliteit (EMC) in acht
●
Leg niet-afgeschermde voedingskabels en afge-
schermde leidingen (buskabels) op voldoende af-
stand van elkaar (> 100 mm)
Warmtepompmodule met hydraulische
module, hydraulisch station of wandregelaar
verbinden
De verbinding wordt tot stand gebracht via het toebe-
horen EVS 8 of EVS.
●
EVS 8: Last- en busstekker met 8 m lange
kabel.
(Uitbreidbaar binnen gebouwen met maximaal 2
extra EVS 8)
Montagehandleiding EVS 8
●
EVS: last- en busstekker.
Kabel door de opdrachtgever, maximale kabel-
lengte van 30 m.
De buskabel moet een afgeschermde kabel van
minimaal 4 x 0,5 mm² zijn.
Voor de lastkabel:
● Bij een apparaat van 12 kW een kabel à
5 x 2,5 mm² met aardkabel
● Bij een apparaat van 8 kW een kabel à
3 x 2,5 mm² met aardkabel
Montagehandleiding EVS
12
Technische wijzigingen voorbehouden | 83024000cNL – Vertaling van de originele gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
1.
Leid beide stekkeraansluitingen van de last- en
buskabel naar de slots op de warmtepompmodule.
2.
Steek de aansluitingen in elkaar.
3.
Monteer de afdekking voor de stekkerverbindin-
gen.
8
Spoelen, vullen en ontluchten
8.1 Kwaliteit verwarmingswater
AANWIJZING
● Gedetailleerde informatie vindt u onder an-
dere in de (Duitse) VDI-richtlijn 2035 "Vo-
orkomen van schade in warmwaterver-
warmingsinstallaties"
● vereiste pH-waarde: 8,2 ... 10;
bij aluminium materialen:
pH-waarde: 8,2 ... 8,5
► Vul de installatie uitsluitend met gedemineralise-
erd verwarmingswater (VE-water) of met water
overeenkomstig VDI 2035-norm (zoutarme werk-
wijze van de installatie).
Voordelen van de zoutarme werkwijze:
●
geringe corrosieve eigenschappen
●
geen vorming van ketelsteen
●
ideaal voor gesloten verwarmingscircuits
●
ideale pH-waarde door zelfalkalisering na het vul-
len van de installatie
► Indien de benodigde waterkwaliteit niet kan
worden ingesteld, de hulp van een vakbedri-
jf inroepen, dat zich in de behandeling van ver-
warmingswater gespecialiseerd heeft.