Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Positie Van De Doseerkop; Leidingwerk Van De Installatie; Vloeistofzijdige Aansluiting; Slangklemaansluiting Bevestigen - Lutz-Jesco MEMDOS SMART LP Bedieningsvoorschrift

Inhoudsopgave

Advertenties

Stappenmotor-Membraandoseerpomp MEMDOS SMART LP

8.2 Leidingwerk van de installatie

Het leidingwerk van de installatie mag geen kracht uitoefenen op de
aansluitingen en de ventielen van de doseerpomp.
Stalen leidingwerk moet met flexibele leidingsstukken met de
doseerpomp worden verbonden.
De nominale doorlaat van de leidingen en de ingebouwde armaturen
zullen even groot of groter zijn als de nominale diameter van de
ventielen van de doseerpomp (zuig en persventiel).
De zuigleiding moet zo kort mogelijk gehouden worden.
Loshangende slangen moeten vermeden worden.
Schuin afhangende slangen moeten vermeden worden omdat zich
hierin gas/luchtbellen kunnen verzamelen.

8.3 Positie van de doseerkop

Afb. 8-1: Positie van de doseerkop
Bij het aansluiten van de doseerleidingen aan de doseerpomp moet de
richting van de doorstroming (zie pijl
moet verticaal opgesteld worden. De positionering kan in stappen van
90° gevarieerd worden.
Het zuigventiel
moet altijd naar onder gericht zijn. Overeenkomstig
wijzen de pijl
en persventiel
lijk van de plaatsing van de doseerkop ten opzichte van de aandrijving.
Vloeistofzijdig installeren
20
Leidingwerk van de installatie
) gevolgd worden. De doseerkop
altijd naar boven. Deze is onafhanke-

8.4 Vloeistofzijdige aansluiting

8.4.1 Slangklemaansluiting bevestigen

Afhankelijk van de eigenschappen van de slang (materiaal, binnendia-
meter en wandsterkte) moet voor de toepassing de overeenkomstige
slangaansluiting gekozen worden.
8.4.1.1 Grootte 4/6 en 6/9
4/6
Afb. 8-2: Slangklemaansluiting 4/6 en 6/9 (binnen- en buitendiameter)
Voer de volgende stappen uit:
Snijdt de slang
netjes en exact haaks op de lengte af.
1.
Plaats een voor de te doseren vloeistof geschikte afdichting tussen
2.
aansluiting
en ventiel.
Schroef het aansluitdeel
3.
van de doseerpomp.
Schuif de wartelmoer
4.
Steek de slang
tot de aanslag op de slangtule van het aansluit-
5.
deel
.
Schuif de klemring
6.
schroef deze vast met de wartelmoer
Voer deze handeling ook zo uit bij het andere ventiel van de doseer-
7.
pomp.
Slangklemaansluiting vastgezet.
8.4.1.2 Grootte 6/12
Afb. 8-3: Slangklemaansluiting 6/12 (binnen- en buitendiameter)
BA-10101-05-V04
Bedieningsvoorschrift
6/9
met de wartelmoer
op het ventiel
evenals de klemring
over de slang.
over de slangtule van het aansluitdeel
.
© Lutz-Jesco GmbH 2016
en

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave