13. Aansturing van de vlokmiddelpomp
Voor het aansturen van de vlokmiddelpomp
kunnen verschillende mogelijkheden gekozen
worden.
Variant 1: aansturing van de pomp
proportioneel met doorstroming reinwater
Ingangssignaal 0/4..20 mA
Instelbereik 0-100%
(Stoorgrootte ingang)
Variant 2: aansturing van de doseerpomp met
directe ingaven
In de nachtstand kan de doseerpomp voor
vlokmiddel met gereduceerd vermogen bediend
worden. In het Menu "Service" t.b.v. aansturing
van de vlokmiddelpomp kan tussen de volgende
bedrijfssoorten gekozen worden:
• Bedrijfssoort: Uit
• Bedrijfssoort: "Aan" met instelling van het
uitgangsvermogen in %
• Bedrijfssoort: "Nachtstand" met instelling van
het uitgangsvermogen in % gescheiden
voor dag- en nachtstand
• Bedrijfssoort: "doorstroom afhankelijk"
(stoorgrootte) met instelling van het
uitgangsvermogen in %
• Bedrijfssoort: "doorstroom afhankelijk
(stoorgrootte) en nachtverlaging" met
instelling van het uitgangsvermogen in %
gescheiden voor dag- en nachtstand
De nachtstand wordt met de timer aangestuurd
(instelling van de timer in het Servicemenu). De
configuratie van de afgiftesignalen voor de
doseerpomp wordt in het configuratiemenu
gemaakt. De volgende uitgangen kunnen
ingesteld worden:
• Impulsfrequentie met optocoupler
• Impulsfrequentie met relais
• Impulslengte met relais
• Continue uitgang 0/4..20 mA
• Aan / Uit met relais
Let OP!
De nachtverlaging van de
vlokmiddelpomp is niet afhankelijk van
de DIN-parameters!
14. Logboekfunctie
De volgende activiteiten worden in het logboek
opgeslagen:
-
Configuratie van de fabrieksinstelling
met datum en tijd
-
Veranderde configuratie bij
inbedrijfname met datum en tijd
-
Instelling van de regelparameter (Xp, Tn,
Tv), grondlast, begrenzing, setpoint,
alarmparameter en kalibratiegegevens
met datum en tijd
-
Configuratie van de digitale
schakelingangen
Deze gegevens worden op de meegeleverde
MMC-geheugenkaart opgeslagen en kunnen
direct op de TOPAX ® DX of op een PC worden
uitgelezen.
De softwareversie en de daggegevens worden
opgeslagen als data (*.LOG) als tekstbestand en
data met (*.DAT) als schrijvergegevens.
Ook kan de configuratie worden opgeslagen
Voor installatie van de MMC-geheugenkaart zie
Hoofdstuk 21.
Voor hantering van het logboek zie Hoofdstuk 16,
Menu 5.6 "Logboek".
29