Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Jesco TOPAX DX Bedieningsvoorschrift pagina 19

Inhoudsopgave

Advertenties

Kalibratie van de amperometrische, 2-elektrode-
chloormeetcel (CS120)
Voor het aanvangen van de kalibratie moet de
bovengrens van het meetbereik van de sensor op
de TOPAX® DX vastgelegd worden (zie Hoofdstuk
16, Menu 5.1).
Daarna kan de kalibratie van de ingang met een 2-
punts-kalibratie plaatsvinden (zie Hoofdstuk 16,
Menu 1.2):
De fysische meet waarde (µA) aan de meetcel
wordt bij kalibratie in het display aangegeven.
Referentiewaarde 1: Nulpuntskalibratie
De meetcel moet voor dit doel in chloorvrij water
staan of de meetwater doorstroming moet stilgezet
worden. Verandert zich de waarde in het display (ca
5-10 µA) niet meer dan moet deze met "OK"
bevestigd worden om op te slaan. Er wordt
automatisch naar het volgende menu gewisseld.
Referentiewaarde 2: DPD
De meetcel wordt in het meetwater gehouden.
Verandert de waarde zich niet meer dan wordt met
de DPD methode het chloorgehalte in het
meetwater bepaald. Het meetwater moet bij de
meetcel onttrokken worden en het actuele signaal
op het moment van meetwater onttrekking moet op
de TOPAX® DX worden opgeslagen om
signaalwisselingen tijdens de DPD bepaling als
meetfout uit te sluiten. Met de DPD methode wordt
het chloorgehalte bepaald. Deze waarde wordt
ingesteld op de regelaar en met "OK" opgeslagen.
Na opslag wordt de waarde van de steilheid van de
chloormeetcel weergegeven. De typische
steilheidwaarde bedraagt ca. 25 µA – 35 µA
(afhankelijk van meetwater) per mg/l vrij Chloor. De
aannemelijkheid van de steilheidmeting wordt
bewaakt.
Voor controle van het chloorgehalte voor nastellen
voldoet een "1-punts-kalibratie" (alleen
Referentiewaarde 2).
Kalibratie van de potentiostatische meetcel (PM)
Voor het aanvangen van de kalibratie moet de
bovengrens van het meetbereik van de sensor op
de TOPAX® DX vastgelegd worden (zie Hoofdstuk
16, Menu 5.1).
Daarna kan de kalibratie van de ingang met een 1-
punts-kalibratie gebeuren (zie Hoofdstuk 16, Menu
1.2):
Referentiewaarde: DPD
De meetcel wordt in het meetwater gehouden. De
fysische waarde in het display moet nagenoeg
constant zijn. Het meetwater moet bij de meetcel
onttrokken worden en het actuele signaal op het
moment van meetwater onttrekking moet op de
TOPAX® DX worden opgeslagen om
signaalwisselingen tijdens de DPD bepaling als
meetfout uit te sluiten. Met de DPD methode wordt
het chloorgehalte bepaald. Deze waarde wordt
ingesteld op de regelaar en met "OK" opgeslagen.
Na opslag wordt de waarde van de steilheid van de
chloormeetcel weergegeven. De typische
steilheidwaarde bedraagt ca. 35 µA (afhankelijk van
meetwater) per mg/l vrij Chloor. De aannemelijkheid
van de steilheidmeting wordt bewaakt.
Aansluitend op de kalibratie van het vrij Chloor kan
naar behoefte met "Volgende" naar kalibratie van
het totaalchloor gewisseld worden.
AANWIJZING!
Bij meting van vrij Chloor met de
potentiostaat kan een pH waarde en
temperatuurcompensatie van de
meetwaarde meegenomen worden.
Hiervoor moeten de pH elektrode en
Temperatuursensor op de TOPAX® DX
zijn aangesloten (zie Hoofdstuk 16, Menu
5.1 "Ingangen").
Kalibratie van de membraanbedekte meetcel
Voor het aanvangen van de kalibratie moet de
bovengrens van het meetbereik van de sensor op
de TOPAX® DX vastgelegd worden (zie Hoofdstuk
16, Menu 5.1).
Daarna kan de kalibratie van de ingang met een 1-
punts- of 2-punts-kalibratie plaatsvinden (zie
Hoofdstuk 16, Menu 1.2):
LET OP!
Bij meting van het vrij Chloor met een
membraanbedekte meetcel moeten
klemmen 51B en 52B zijn aangesloten.
Over deze klemmen wordt het 20 mA
signaal van de meetcel in de regelaar
verwerkt en de voedingsspanning 24 VDC
voor de elektronica van de meetcel
gerealiseerd.
Nulpuntskalibratie (bij 2-punts-kalibratie)
De nulpuntskalibratie van de meetcel is in de regel
niet nodig omdat het uitgangssignaal 4..20 mA van
de meetcel op de ingang 4..20 mA afgestemd is. (4
mA komt overeen met 0,00 mh/l vrij Chloor).
Het kan echter voorkomen dat door tolerantie in de
elektronica van de meetcel een nulpuntcorrectie
gedaan moet worden. Daarom moet bij
inbedrijfsname het nulpunt zijn ingesteld. Voor dit
doel moet het meetwater chloorvrij zijn.
Referentiewaarde: DPD
De meetcel wordt in het meetwater gehouden. De
fysische waarde in het display moet nagenoeg
constant zijn. Het meetwater moet bij de meetcel
onttrokken worden en het actuele signaal op het
moment van meetwater onttrekking moet op de
TOPAX® DX worden opgeslagen om
signaalwisselingen tijdens de DPD bepaling als
meetfout uit te sluiten. Met de DPD methode wordt
het chloorgehalte bepaald. Deze waarde wordt
ingesteld op de regelaar en met "OK" opgeslagen.
Na opslag wordt de waarde van de steilheid van de
chloormeetcel weergegeven. De aannemelijkheid
van de steilheidmeting wordt bewaakt.
BELANGRIJK!
Het signaal van de chloormeetcel in een
4..20 mA stroomsignaal omgezet. Als de
TOPAX® DX een waarde kleiner dan 3,5
mA aangeeft dan verschijnt de foutmelding
"Totaalchloor Sensorfout" en het
alarmrelais schakelt.
19

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave