Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Meetwaarde Ingang Ph-Waarde - Jesco TOPAX DX Bedieningsvoorschrift

Inhoudsopgave

Advertenties

5.2 Meetwaarde ingang pH waarde
Technische gegevens
Uitvoering
Waarde
Ingang
Spanningsignaal van een
pH elektrode
9
Ingangsweerstand
10
Nauwkeurigheid
1% (na kalibratie)
De pH elektrode levert een spanning welke
proportioneel is met de pH waarde. Deze spanning
is door de Nernstspanning gedefinieerd. De
Nernstspanning is de spanningsverandering per pH
deel. Deze is afhankelijk van de temperatuur van de
vloeistof (zie vakliteratuur of DIN 19261).
De temperatuursafhankelijkheid van de
Nernstspanning wordt in de volgende tabel
weergegeven:
t
U (mV)
t (° C)
(° C)
0
54,20
35
5
55,19
40
10
56,18
45
15
57,17
50
20
58,16
55
25
59,16
60
30
60,15
65
De Nernstspanning wordt tussen de pH
glaselektrode en een referentie elektrode gemeten.
Mechanisch zijn deze beide elektroden in een pH
combinatie-elektrode geïntegreerd.
Kalibratie
Kalibratie van de elektrode kan als "2-punts-
kalibratie" met twee bufferoplossingen of als "1-
punts-kalibratie" met aansluitend ingave van de
steilheid van de meetelektrode uitgevoerd worden.
Bij de "1-punts-kalibratie" is onder voorwaarde dat
de steilheid van de elektrode vooraf in het
laboratorium is bepaald.
Bij kalibratie wordt de daadwerkelijke gemeten
spanningswaarde en de theoretische waarde van de
gebruikte bufferoplossing in het display van de
TOPAX® DX weergegeven. Daardoor kan bij de
kalibratie al de juistheid van de elektrode
vastgesteld worden bij verse zuivere
bufferoplossingen.
De reactietijd van een nieuwe elektrode bedraagt
enkele seconden en is stabiel als de fysische
waarde niet meer verandert. Bij oudere elektroden
kan de reactietijd vergroten.
De elektrode wordt direct aangesloten op de
ingangsklemmen op de print van de 5-voudige
ingangbouwgroep (zie Fig. 4.3).
2-punts-kalibratie
In Menu (zie Hoofdstuk 16, Menu 1.2 "Kalibreren")
wordt de fysische meetwaarde (mV) aan de meetcel
en de meetwaarde, welke theoretisch bij de
ingestelde pH waarde optreden zal, aangegeven.
Ohm
U (mV)
t (° C)
U (mV)
61,14
70
68,08
52,13
75
69,08
63,12
80
70,07
64,12
85
71,06
65,11
90
72,05
66,10
95
73,04
67,09
100
74,04
Buffer 1: Nulpuntskalibratie
De pH elektrode wordt in de bufferoplossing
gestoken die het nulpunt van de meting bepaald of
in de buurt hiervan is. Het ideale nulpunt (0 mV) van
de meetkring ligt bij pH 7,00. Het reële nulpunt wijkt
echter minimaal van deze waarde af. Voor
nulpuntskalibratie wordt door Lutz-Jesco een
bufferoplossing met pH waarde 6,80 aangeboden.
Als de elektrode in deze buffer gedompeld dan kan
theoretisch een spanning van 12 mV in het display
van de TOPAX® DX verschijnen. De gemeten
fysische waarde is altijd verschillend ten opzichte
van de theoretische waarde.
Verandert de fysische waarde in het display niet
meer dan moet de referentiewaarde met "OK"
opgeslagen worden.
BELANGRIJK!
Wijkt de werkelijk gemeten spanning
aanzienlijk af van het theoretische
nulpunt van de meetcel dan bestaat er
een nulpuntsdrift. Deze mag niet groter
zijn als de DIN 19265 aangeeft.
TOPAX® DX waarschuwt bij een
nulpuntsdrift boven ca. 40 mV voor
slechte elektrode kalibratie.
Buffer 2: Steilheidskalibratie
Voor de steilheidskalibratie moet de elektrode
gereinigd worden (met gedestilleerd water
afspoelen).
LET OP!
De glaselektrode mag niet afgeveegd
worden omdat hiermee de glaselektrode
statisch opgeladen wordt.
Foutmeldingen zijn dan het gevolg!
Voor steilheidskalibratie moet een bufferoplossing
gekozen worden welke minstens 2 pH eenheden van
het nulpunt af ligt. Voor steilheidskalibratie wordt door
Lutz-Jesco een buffer met een pH waarde van 9,27
aangeboden. Als er een andere bufferoplossing voor
kalibratie gebruikt wordt, kan deze waarde worden
overgebracht in de TOPAX® DX. De elektrode wordt in
de buffer (pH=9,27) gestoken waarmee de theoretische
spanning van -134 mV in het display moet verschijnen.
De gemeten fysische waarde is echter altijd afwijkend.
De waarde van de bufferoplossing moet met "OK"
bevestigd worden om op te slaan.
Na indrukking van de toets wordt de steilheidwaarde
van de elektrode weergegeven. Volgens de DIN 19265
zal de steilheid van de elektrode in het bereik tussen 52
mV en 59 mV per pH deel liggen.
De nulpuntstabiliteit en aannemelijkheid van de
steilheidsmelting worden bewaakt.
BELANGRIJK!
Is de waarde van de steilheid ver van
deze waarde verwijdert dan moet de
elektrode resp. de aansluitkabel en de
aansluitstekker gecontroleerd worden.
Als de waarden van "Nulpunt" en
"Steilheid" buiten de aangegeven
toleranties liggen dan wordt de gebruiker
met een aanwijzing hierop gewezen.
Daarna zal de elektrode na korte tijd
vervangen moeten worden.
20

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave