9. Alarmen
9.1 Meetwaarde alarmen
Voor iedere meetingang kan een minimum- en
maximum alarm ingesteld worden. Bij
overschrijding of onderschrijding van deze
waarden wordt een alarm aangegeven en een
alarmrelais als verzamelalarm ingeschakeld. De
alarmverhouding van de relais en de tot deze
meetingang behorende regelaar kan verschillend
benoemd worden. Een tijdsvertraging van de
alarmen is instelbaar (Vertraging).
9.2 Veiligheidsafschakeling (Y-alarm)
De TOPAX ® DX is voorzien van een
veiligheidsafschakeling. Als er door onvoorziene
omstandigheden, kapotte sensor of soortgelijk,
de regeluitgang langer dan een ingestelde tijd
meer bedraagt dan 95%, dan wordt voor deze
regelaar een alarm aangegeven en wordt de
betreffende regeluitgang op 0% gezet. De functie
is fabrieksmatig geactiveerd. De tijd is instelbaar.
Een ingestelde grondlast wordt bij optreden van
een veiligheidsafschakeling ook afgeschakeld.
Alle alarmen worden na het optreden ervan in
tekst op het display weergegeven. Het alarm
wordt geactiveerd en de meetwaarde die het
alarm veroorzaakt heeft, wordt rood
weergegeven.
LET OP!
Alarmen worden in het display rood
weergegeven. Na opheffing moeten
deze alarmen tweemaal met de toets
"OK" bevestigd worden voor
bekrachtiging.
(zie ook Hoofdstuk 22. "Foutmeldingen / Fouten
oplossen)
10. Analoge stroomuitgangen 0/4..20 mA voor
aflezing op afstand
Voor aflezing van de meetwaarden op afstand
heeft de TOPAX ® DX voor iedere meetwaarde
ingang een analoge uitgang 0/4..20 mA.
Voor de instelling 0..20 mA of 4..20 mA zie
Hoofdstuk 16, Menu 5 "Schrijver". De aanpassing
van de uitgangen aan externe apparaten
daarentegen wordt in Menu 2 (zie Hoofdstuk 16.
Menu 2.3 "schrijver") behandelt. De minimale
waarde en de maximale waarde kunnen daarbij
toegekend worden aan een meetwaarde.
Voor controle van de uitgangen en voor
aanpassen van de aangesloten apparaten
bestaat de mogelijkheid om de 20 mA uitgangen
met een testsignaal te beoordelen (zie Hoofdstuk
16, Menu 5.2 "Uitgangen").
Het signaal kan iedere waarde tussen 0 en 20
mA zijn. Dit is gescheiden mogelijk voor de
geconfigureerde regelaar resp. voor de
schrijveruitgangen.
LET OP!
In de TOPAX ® DX zijn maximaal 8
stroomuitgangen. Als de bijzondere
functies Totaalchloor en Geleidendheid
ingeschakeld dan zijn er 6
stroomuitgangen beschikbaar.
Wanneer aanvullend de regeluitgangen als 20
mA regeluitgangen geconfigureerd worden, kan
het voorkomen dat het maximale aantal
hardware-uitgangen overschreden wordt.
Hier worden de prioriteiten zo vergeven dat de
regeluitgangen en de uitgang voor de
vlokmiddelpomp met voorrang behandeld wordt.
Het kan daardoor voorkomen dat voor de
Temperatuur en voor de Geleidendheid een
overdracht van de meetwaarde (0/4..20 mA) niet
meer mogelijk is.
De volgorde van afschakeling wanneer er teveel
20 mA uitgangen gekozen worden:
1.
Meetwaarde Temperatuur, daarna
2.
Meetwaarde Geleidendheid
LET OP!
Als de continue regeluitgang 0/4..20
mA voor een regelaar wordt ingesteld
dan kan deze onafhankelijk van de
instelling in servicemenu "Service –
Schrijver" in het uitgangstype van de
regelaar op het stelorgaan ingesteld
worden. Het is mogelijk om de
regeluitgang op 20 mA te configureren
en de schrijveruitgang op 4..20 mA. Er
moet op gelet worden dat een
omzetting in Menu "Service –
Schrijver" toch alle 20 mA uitgangen
weer gelijk zet.
27