Eénkanaalsregelaar TOPAX
L
®
3 Doelmatig gebruik
3.1 Aanwijzing voor productaansprakelijkheid
Door het niet doelmatig gebruiken van het apparaat kan het functioneren
en de voorziene bescherming geschaad worden. Dit heeft verlies van alle
aansprakelijkheid op vorderingen tot gevolg!
Let op dat in de volgende gevallen de aansprakelijkheid op de bediener/
gebruiker overgaat:
De doseerpomp wordt op een zodanige manier toegepast die niet
n
overeenkomt met het bedieningsvoorschrift, in het bijzonder de veilig-
heidsaanwijzingen, bedieningsaanwijzingen en het hoofdstuk 3
„Doelmatig gebruik" op pagina 7.
De informatie voor inzet- en omgevingsvoorschriften (5 „Technische
n
gegevens" op pagina 10) worden niet aangehouden.
Het apparaat wordt door personen gebruikt die niet voldoende voor de
n
desbetreffende taak gekwalificeerd zijn.
Aan het apparaat worden ongeauthoriseerde veranderingen aange-
n
bracht.
3.2 Toepassingsdoel
Als éénkanaalsregelaar monitort de TOPAX L de waterwaarden die aan-
wezig zijn tijdens de waterbehandeling en afvalwaterbehandeling en
stuurt in realtime een doseersysteem aan dat is aangesloten voor water-
behandeling. Op deze manier zorgt het voor constante waterwaarden
voor de meest uiteenlopende toepassingen – rekening houdend met ge-
geven normen en richtlijnen. De TOPAX L is verkrijgbaar in verschillende
versies, die alleen verschillen in de meet- en regelingangen. De tempera-
turen worden bij alle modellen gemeten.
3.3 Voorspelbare foutieve toepassingen
Hierna vindt u informatie over welke toepassingen van het apparaat niet
doelmatig zijn. Dit hoofdstuk zal het mogelijk maken om bedieningsfou-
ten al in het beginstadium als zodanig te herkennen en te vermijden.
De te voorziene foute toepassingen zijn toegewezen in de volgende stadia
waarin ze verkeren:
3.3.1 Foute montage
Aansluiting van de voedingsspanning zonder aarding
n
Niet beveiligde netspanning of netspanning die niet overeenkomstig
n
de norm is
Scheiding van de voedingsspanning is niet resp. niet gemakkelijk
n
genoeg uit te voeren
Foutieve aansluitleidingen voor netspanning
n
Sensoren en actuatoren op de verkeerde klemmen aangesloten of
n
verkeerd geconfigureerd
Verwijderde aardleiding
n
3.3.2 Foutieve ingebruikname
Inbedrijfstelling met beschadigde of verouderde sensoren
n
Inbedrijfstelling zonder het nemen van alle veiligheidsmaatregelen,
n
het aansluiten van alle bevestigingen enzovoort.
© Lutz-Jesco GmbH 2023
Technische wijzigingen voorbehouden.
231016
3.3.3 Foute bediening
Beschermingsinrichting functioneert niet naar behoren of wordt gere-
n
duceerd
Zelf uitgevoerde ombouw van de regelaar
n
Negeren van alarm- of foutmeldingen
n
Verhelpen van alarm- of foutmeldingen door niet voldoende gekwalifi-
n
ceerd personeel
Overbruggen van de externe zekering
n
Bediening bemoeilijkt door onvoldoende verlichting of slechte toe-
n
gang tot het apparaat
Bediening niet mogelijk door vuil en slecht leesbaar display
n
3.3.4 Foutief onderhoud
Het uitvoeren van onderhoud terwijl de pomp in bedrijf is
n
Geen toereikende en regelmatige controle op goed functioneren
n
Geen vervanging van beschadigde onderdelen of kabels
n
Geen bescherming tegen terug inschakelen tijdens onderhoudswerk-
n
zaamheden
Gebruik van verkeerde reserveonderdelen
n
BA-40750-05-V01
Bedieningsvoorschrift
Doelmatig gebruik
7