Eénkanaalsregelaar TOPAX
L
®
Het apparaat geeft een afstellingsfout weer voor alle onjuiste
bufferoplossingmetingen.
Het wordt aanbevolen om altijd een nieuwe bufferoplossing
i
te gebruiken en de aanpassingsprocedure te herhalen;
Vervang de redox-electrode als de melding nog steeds wordt
weergegeven.
9.2 Calibratie van een geleidbaarheidsmeting (1A)
Menu 1 Instelling maakt het mogelijk de geleidbaarheidsmetingen aan
te passen:
Selecteer Meting A om naar de volgende menu's te gaan:
Submenu
Beschrijving
1A1
1 punt
1-puntsafstelling
De aanpassing van de geleidbaarheidsmeting
kan handmatig worden ingesteld met een ex-
1A2
Referentie
terne referentiewaarde. De eenheid corrigeert
de waarde door een offsetwaarde toe te voe-
gen aan de echte meting.
Geeft een samenvatting van de laatste
1A3
REPORTS
aanpassing weer.
Aanpas-
De aanpassingen kunnen worden verwijderd
sing
1A4
en de standaardwaarden kunnen worden
verwijde-
hersteld.
ren
Tab. 20: Submenu's voor meting A bij het aanpassen van een geleidbaarheidsmeting
Alle afstellingen moeten worden uitgevoerd met absolute
i
geleidbaarheidswaarden, d.w.z. zonder temperatuurcom-
pensatie.
9.2.1 Geleidbaarheidsmeting aanpassen
Ga als volgt te werk om een geleidbaarheidsmeting aan te passen:
1. Selecteer het submenu voor 1-punts calibratie (1A1).
2. Controleer of de sensor correct is geïnstalleerd en meet.
3. Druk op OK om aan te passen.
4. Stel de aanpassingswaarde in met de toetsen en .
5. Bevestig met OK.
4
Het apparaat geeft het volgende weer:
Punt 1: de gebruikte aanpassingswaarde
n
Gain: de berekende versterkingsfactor
n
Offset: de berekende offsetwaarde
n
6. Selecteer "Opslaan" en druk op OK.
7. Selecteer "Ja" en druk op OK.
4
Het apparaat slaat de aanpassingsparameters op en keert terug
naar het aanpassingsmenu.
Aanpassing van de geleidbaarheidsmeting uitgevoerd.
ü
Afstellen
24
9.2.2 Calibratierapport
In het submenu 1A3 kun je alle parameters voor de laatste aanpassing
bekijken:
Submenu 1A3
Parameter
Beschrijving
Geeft het aanpassingstype weer:
geen
n
Type calibratie
1 punt
n
2 punt
n
Punt 1
Toont de ingevoerde waarde 1-punts
Gain
Geeft de berekende hoekcoëfficiënt weer
Offset
Geeft de berekende offsetwaarde weer
Geeft de offsetwaarde weer die is opgeslagen via het
aanpassingstype "Referentie".
Afstellen
Als de aanpassing wordt uitgevoerd voor 1 punt of 2
punten, wordt de waarde "Aanpassing" automatisch
op nul gezet.
Laatste
Geeft een samenvatting van de laatste aanpassing
aanpassing
weer.
Tab. 21: Uitleg van de parameters in het aanpassingsrapport
9.2.3 Afstellingsfout (geleidbaarheidsmeting)
Aanpassingsfout
Sensor maakt kortslui-
ting.
Sensor bevindt zich in
lucht.
De ingestelde waarden
moeten groter zijn dan
nul.
De ingestelde waarden
mogen niet overeenko-
men.
De twee calibratiepunten
moeten minstens 10%
van elkaar verschillen.
Tab. 22: Afstellingsfout (geleidbaarheidsmeting)
BA-40750-05-V01
Bedieningsvoorschrift
Mogelijke oorzaak
Beschadigde bedrading
n
Vreemde voorwerpen in contact met de
n
elektroden
Beschadigde bedrading
n
Vloeistof ontbreekt
n
De waarden die zijn ingesteld met de en
toetsen moeten positief zijn en groter
dan nul.
Alleen bij tweepunts-calibratie mogen de
waarden die zijn ingesteld met de en
toetsen niet overeenkomen.
Het tweede afstelpunt moet ten minste 10
% groter zijn dan het eerste afstelpunt.
© Lutz-Jesco GmbH 2023