Eénkanaalsregelaar TOPAX
L
®
9.3 Aanpassing van een mA-ingang (1A)
Menu 1 Instelling maakt het mogelijk de mA-ingang aan te passen:
Selecteer Meting A om naar de volgende menu's te gaan:
Submenu
Beschrijving
1A1
1 punt
1-puntsafstelling
1A2
2 punt
2-puntsafstelling
De aanpassing kan worden verfijnd door een
1A3
Referentie
offsetwaarde toe te voegen of af te trekken
Geeft een samenvatting van de laatste
1A4
REPORTS
aanpassing weer.
Aanpas-
De aanpassingen kunnen worden verwijderd
sing
1A5
en de standaardwaarden kunnen worden
verwijde-
hersteld.
ren
Tab. 23: Submenu's voor meting A bij het aanpassen van een geleidbaarheidsmeting
9.3.1 Instelling mA-ingang
9.3.1.1 1-puntsafstelling
Ga voor 1-puntsaanpassing als volgt te werk:
1. Selecteer het submenu voor 1-punts calibratie (1A1).
2. Controleer of de sensor correct is geïnstalleerd en meet.
3. Druk op OK om aan te passen.
4. Stel de aanpassingswaarde in met de toetsen en .
5. Bevestig met OK.
4
Het apparaat geeft het volgende weer:
Punt 1: de gebruikte aanpassingswaarde
n
Gain: de berekende versterkingsfactor
n
Offset: de berekende offsetwaarde
n
6. Selecteer "Opslaan" en druk op OK.
7. Selecteer "Ja" en druk op OK.
4
Het apparaat slaat de aanpassingsparameters op en keert terug
naar het aanpassingsmenu.
De 1-puntsafstelling is afgesloten.
ü
9.3.1.2 2-puntsafstelling
Ga voor 2-puntsaanpassing als volgt te werk:
1. Selecteer het submenu voor 2-punts calibratie (1A2).
2. Controleer of de sensor correct is geïnstalleerd en meet.
3. Druk op OK om aan te passen.
4. Stel de aanpassingswaarde in met de toetsen en .
5. Bevestig met OK.
6. Bereid het tweede instelpunt van de sensor voor en plaats de sensor
in de tweede bufferoplossing.
7. Druk op OK om aan te passen.
8. Stel de aanpassingswaarde in met de toetsen en .
© Lutz-Jesco GmbH 2023
Technische wijzigingen voorbehouden.
231016
9. Bevestig met OK.
4
Het apparaat geeft het volgende weer:
Punt 1: aanpassingswaarde gebruikt voor het eerste punt
n
Punt 2: aanpassingswaarde gebruikt voor het eerste punt
n
Gain: de berekende versterkingsfactor
n
Offset: de berekende offsetwaarde
n
10. Selecteer "Opslaan" en druk op OK.
11. Selecteer "Ja" en druk op OK.
4
Het apparaat slaat de aanpassingsparameters op en keert terug
naar het aanpassingsmenu.
De 2-puntsafstelling is afgesloten.
ü
9.3.2 Referentie voor aanpassing invoeren
Ga als volgt te werk om een referentie voor de aanpassing in te voeren:
1. Selecteer het submenu Reference (1A3).
2. Controleer of de sensor correct is geïnstalleerd en meet.
3. Druk op OK om de waarde aan te passen.
4. Stel de aanpassingswaarde in met de toetsen en .
5. Bevestig met OK.
6. Selecteer "Opslaan" en druk op OK.
7. Selecteer "Ja" en druk op OK.
4
Het apparaat slaat de aanpassingsparameters op en keert terug
naar het calibratiemenu.
Referentie voor aanpassing invoeren
ü
9.3.3 Calibratierapport
In het submenu 1A3 kun je alle parameters voor de laatste aanpassing
bekijken:
Submenu 1A3
Parameter
Beschrijving
Geeft het aanpassingstype weer:
n
Type calibratie
n
n
Punt 1
Toont de ingevoerde waarde voor item 1
Punt 2
Toont de voor punt 2 ingevoerde waarde
Gain
Geeft de berekende hoekcoëfficiënt weer
Offset
Geeft de berekende offsetwaarde weer
Geeft de offsetwaarde weer die is opgeslagen via het
aanpassingstype "Referentie".
Afstellen
Als de aanpassing wordt uitgevoerd voor 1 punt of 2
punten, wordt de waarde "Aanpassing" automatisch
op nul gezet.
Laatste
Geeft een samenvatting van de laatste aanpassing
aanpassing
weer.
Tab. 24: Uitleg van de parameters in het aanpassingsrapport
BA-40750-05-V01
Bedieningsvoorschrift
geen
1 punt
2 punt
Afstellen
25