3.22 Instructies voor onderhoud
3.22.1 Algemeen
Dit hoofdstuk beschrijft enkel de normale onderhoudswerkzaamheden die op het terrein kunnen
gebeuren.
Contacteer uw lokale verdeler voor onderhoudswerken en voor herstellingen die in een werkplaats
moeten worden uitgevoerd.
•
Onvoldoende, verkeerd en/of onregelmatig onderhoud kan aanleiding geven tot slechte werking
van de pomp, hoge herstellingskosten en langdurige buitendienststelling. Daarom is het nodig
de richtlijnen uit dit hoofdstuk nauwkeurig te volgen.
Volg bij onderhoudswerkzaamheden aan de pomp (voor inspectie, preventief onderhoud of
verwijdering uit de installatie) steeds de voorgeschreven procedures.
Het niet volgen van deze instructies of waarschuwingen kan gevaarlijk zijn voor de gebruiker en/
of ernstige schade aanbrengen aan de pomp/pompgroep.
•
De onderhoudswerkzaamheden mogen enkel uitgevoerd worden door gekwalificeerd personeel.
Draag steeds de vereiste veiligheidskledij die bescherming biedt tegen hoge temperaturen
en tegen schadelijke en/of corrosieve vloeistoffen. Zorg ervoor dat het personeel de volledige
gebruikshandleiding heeft gelezen, in het bijzonder de paragrafen die betrekking hebben op het
specifiek uit te voeren werk.
•
SPX is niet aansprakelijk voor ongevallen of schade die voortvloeien uit het niet in acht nemen
van de aanwijzingen.
3.22.2 Voorbereiding
3.22.2.1 Omgeving (ter plaatse)
Doordat bepaalde onderdelen heel kleine toleranties hebben en/of kwetsbaar zijn, moet men voor
een propere werkomgeving zorgen tijdens onderhoudswerkzaamheden op het terrein.
3.22.2.2 Gereedschappen
Gebruik voor onderhoudswerkzaamheden en herstellingen enkel gereedschappen die technisch
geschikt zijn en die zich in goede staat bevinden. Gebruik ze op de juiste manier.
3.22.2.3 Stilstand
Vooraleer de onderhouds- en inspectieactiviteiten aan te vatten, moet de pomp uit dienst
genomen worden. De druk in de pomp/pompgroep moet volledig afgelaten worden. Laat de pomp
afkoelen tot omgevingstemperatuur indien de te verpompen vloeistof dit toelaat.
3.22.2.4 Motorveiligheid
Neem de nodige voorzorgen om te voorkomen dat de motor start tijdens de werken aan de pomp. Dit
is bijzonder belangrijk voor elektromotoren die van op afstand gestart worden.
Volg de hierna beschreven procedure:
•
Zet de stroomonderbreker bij de pomp op "uit".
•
Schakel de pomp uit op de schakelkast.
•
Vergrendel de schakelkast of plaats een waarschuwingsbord op de schakelkast.
•
Verwijder de zekeringen en neem ze mee naar de plaats van het werk.
•
Wacht met het verwijderen van de afschermkap rond de koppeling tot de pomp volledig tot
stilstand gekomen is.
3.22.2.5 Bewaring
Wanneer de pomp gedurende langere tijd niet gebruikt wordt:
•
Laat de pomp eerst leeglopen.
•
Behandel dan de inwendige delen met minerale olie VG46 of met een andere
conserveringsvloeistof (bv. "voedselveilige" ("food grade") olie voor voedingstoepassingen).
•
De pomp moet elke week kortstondig in werking worden gesteld, ofwel moet de as elke week
een volledige omwenteling gedraaid worden. Dit verzekert de goede verspreiding van de
beschermingsolie.
46
A.0500.452 – IM-TGGP/07.03 NL (12/2020)