Samenvatting van Inhoud voor SPXFLOW TopGear TG GP2-25
Pagina 1
G E B R U I K E R S H A N D L E I D I N G TopGear GP I N T E R N E TA N D W I E L P O M P E N V E R TA L I N G VA N D E O O R S P R O N K E L I J K E G E B R U I K E R S H A N D L E I D I N G A .
De eerste cijfers van het serienummer geven het productiejaar aan. SPX Flow Europe Limited - Belgium Evenbroekveld 2-6, 9420 Erpe-Mere www.johnson-pump.com / www.spxflow.com 1.2.2 Transport Controleer de massa (het gewicht) van de pompgroep. Stukken die meer dan 20 kg wegen moet men opheffen met behulp van kabels en geschikte hefwerktuigen zoals bv.
Veiligheid 1.3.1 Algemeen Belangrijk! De pomp mag zonder uw lokale verdeler te raadplegen niet worden gebruikt voor andere doeleinden dan deze waarvoor ze is aanbevolen en verkocht. Een pomp moet steeds worden geïnstalleerd en gebruikt in overeenstemming met de geldende nationale en lokale veiligheids- en gezondheidsreglementeringen en wetten.
1.3.2 Pompgroepen 1.3.2.1 Transport van pompgroepen Gebruik een werkplaatskraan, heftruck of andere geschikte hefwerktuigen. Zet de kabels vast rond het voorste Als er hefringen zijn op zowel de Waarschuwing gedeelte van de pomp en het achterste pomp als de motor, kunnen de kabels Hef de pompgroep nooit op aan gedeelte van de motor.
Dit is ook van toepassing bij ingrijpende veranderingen, zoals het veranderen van de motor of de pomp op een bestaande pompgroep. SPX Flow Europe Limited - Belgium Evenbroekveld 2-6 9420 Erpe-Mere www.johnson-pump.com / www.spxflow.com A.0500.452 – IM-TGGP/07.03 NL (12/2020)
2.0 Beschrijving van de pomp TopGear/GP pompen zijn roterende verdringerpompen met inwendige tandwielen. Zij zijn vervaardigd uit gietijzer. TG GP pompen: verwarmings- of koelmantels (stoom), verschillende glijlagers, materialen voor tandwielen en assen, en gemonteerde veiligheidsklep en elektrische verwarming. Typeaanduiding De eigenschappen van de pomp worden gecodeerd in de volgende typeaanduiding, die men terugvindt op de naamplaat.
Voorbeelden: TG GP 58-80 G 2 S S SG 2 B G2 TC 10 11 TG GP 15-50 FD G 3 O S UG 6 U G6 AW 10 11 7. Mantelopties voor het pompdeksel Pompdeksel zonder mantels Pompdeksel met mantel en schroefaansluiting Elektrische verwarming rondseltap –...
Pagina 14
Voorbeelden: TG GP 58-80 G 2 S S SG 2 B G2 TC 10 11 TG GP 15-50 FD G 3 O S UG 6 U G6 AW 10 11 11. Materialen voor de bus op de as Bus in gehard staal Bus in koolstof Bus in keramiek Bus in hard metaal...
3.0 Algemene informatie Standaard pomponderdelen Bovendeksel Tussenstuk Pompas Lagerstoel Rondseltap Rotor Pompdeksel Rondseltandwiel Pomphuis Werkingsprincipe Bij het uiteengaan van de tanden van de rotor en het rondsel wordt een onderdruk gecreëerd en de vloeistof vult de holtes die hierbij gevormd worden. De vloeistof wordt in afgedichte ruimten overgebracht naar de uitlaatzijde.
3.2.1 Zelfaanzuigende werking TopGear-pompen zijn zelfaanzuigend wanneer er voldoende vloeistof aanwezig is in de pomp om de spelingen en de dode ruimten tussen de tanden op te vullen. (Zie voor de zelfaanzuigende werking eveneens paragraaf 3.19.6.2 Leidingen). 3.2.2 Veiligheidsklep – Werkingsprincipe Het verdringingsprincipe vereist de plaatsing van een veiligheidsklep om de pomp te beveiligen tegen overdruk.
Hoofdkenmerken De pompgrootte wordt weergegeven door middel van het verplaatst volume per 100 omwentelingen uitgedrukt in liter (of dm ) maar afgerond, gevolgd door de nominale aansluitdiameter uitgedrukt in millimeter. ∆p Pompgrootte Vs-100 n.max n.mot Q.th Q.th p.test TG GP (mm) (mm) (mm)
Druk Differentiële druk of werkdruk (p) is de druk waarbij de pomp normaal werkt. TopGear GP-modellen hebben de maximale differentiële druk bij 16 bar. De hydrostatische testdruk bedraagt 1,5 keer de differentiële druk; m.a.w.: TopGear GP-modellen hebben de hydrostatische testdruk bij 24 bar. De volgende figuur toont een grafische weergave van de verschillende soorten drukwaarden.
Geluidskrachtniveau (L De geluidskracht L is de kracht uitgezonden door de pomp onder de vorm van geluidsgolven, en wordt gebruikt om geluidsniveaus van machines te vergelijken. Het is de geluidsdruk Lp die inwerkt op een aangrenzend oppervlak op een afstand van 1 meter. + Ls Het A-gewogen geluidskrachtniveau L wordt ook uitgedrukt in decibel dB(A).
Materiaalopties Maximumtemperatuur De globale temperatuur van TopGear GP-pompen is 300°C, maar: 1. De maximale temperatuur van de grootte GP2-25, GP3-32 enGP6-40 is beperkt tot 200°C wegens kogellagertype 2RS. De minimumtemperatuur bedraagt -20°C. 2. Men moet echter rekening houden met temperatuurslimieten in functie van de gebruikte materialen voor lagerbussen en asafdichting.
3.11.2 Maximale temperatuur van de inwendige onderdelen Voor sommige materiaalcombinaties moeten de algemene temperatuurprestaties beperkt worden. De maximaal toelaatbare werktemperatuur van de inwendige onderdelen is afhankelijk van de gebruikte materiaalcombinatie, hun thermische uitzetting en van de perspassing om de lagerbus bevestigd te houden.
3.11.4 Maximumkoppel van de materiaalcombinatie van de pompas en de rotor Het maximaal toelaatbare koppel is een constante die onafhankelijk is van de snelheid en niet mag worden overschreden om schade te vermijden aan de pomp (pompas, rotor/asfitting en rotor tanden). Mn (nominaal koppel) in Nm Md (startkoppel in Nm) N rotor...
De nummers aangegeven in de tabellen hieronder zijn de gemiddelde waarden in micron (µm). Radiale speling op buitendiameter van rotor en rondsel – Axiale speling op pompdeksel C0 (µm) C1 (µm) C2 (µm) C3 (µm) Pompgrootte axiale speling normaal = 2,2 x C1 = 3 x C1 pompdeksel op min.
3.18 Veiligheidsklep Voorbeeld V 35 - G 10 H 1. Veiligheidsklep = V 2. Typeaanduiding = inlaatdiameter (in mm) Veiligheidsklep voor TG GP2-25, TG GP3-32, TG GP6-40 Veiligheidsklep voor TG GP15-50, TG GP23-65 Veiligheidsklep voor TG GP58-80 Veiligheidsklep voor TG GP86-100, TG GP120-100, TG GP185-125 Veiligheidsklep voor TG GP360-150 3.
3.18.1 Druk Veiligheidskleppen worden ingedeeld in 4 werkdrukklassen: 4, 6, 10 en 16, wat de aanduiding is van de maximale werkdruk voor die klep. Elke klasse heeft een standaard insteldruk van 1 bar boven de aangeduide maximale werkdruk. De insteldruk kan op aanvraag lager ingesteld worden, nooit hoger. Werkdrukklasse Standaard insteldruk (bar) Werkdrukbereik (bar)
3.19 Installatie 3.19.1 Algemeen Deze handleiding geeft basisinstructies die in acht moeten worden genomen gedurende de installatie van de pomp. Daarom is het belangrijk dat deze handleiding vooraleer over te gaan tot het monteren, gelezen wordt door het verantwoordelijk personeel en dat ze nadien beschikbaar wordt gesteld op de plaats van de installatie.
3.19.2.4 Binnenopstelling Plaats de pomp zo dat de motor voldoende geventileerd kan worden. Houd rekening met de instructies van de fabrikant van de motor. Bij het verpompen van ontvlambare of explosieve producten moet een degelijke aarding worden voorzien. De componenten van de groep moeten doorverbonden worden met aardingsbruggen om het gevaar van statische elektriciteit te verminderen.
3.19.3.2 Radiale belasting op het aseinde Het aseinde van de pomp mag radiaal belast worden met de maximum radiale kracht (Fr). Zie de tabel. TG GP pompgrootte Fr (N) – max 2-25/3-32 6-40 15-50/23-65 1000 58-80/86-100/120-100 2000 185-125 3000 360-150 6000 •...
3.19.5 Draaizin voor een pomp met veiligheidsklep De draaizin bepaalt welke poort van de pomp de zuigzijde is en welke de perszijde. Het verband tussen de draaizin en de aanzuig-/perszijde wordt aangegeven op het plaatje met de draaizinpijl, dat bevestigd is aan het klephuis van de veiligheidsklep. TG 2-25 TG 23-65 1 Draaizin van de pompas...
3.19.6 Zuig- en persleidingen 3.19.6.1 Krachten en momenten Opmerking! Overdreven krachten en momenten op de aansluitflenzen veroorzaakt door de leidingen, kunnen mechanische schade veroorzaken aan de pomp of pompgroep. Leidingen moeten daarom in lijn aangesloten worden, wat de krachten op de aansluitingen van de pomp beperkt.
Zelfaanzuigende werking Bij aanvang moet er voldoende vloeistof in de pomp aanwezig zijn om de inwendige spelingen en de dode ruimten op te vullen. Dit laat de pomp toe om een drukverschil op te bouwen. Om deze reden moet voor het pompen van vloeistoffen met lage viscositeit een voetklep van dezelfde of grotere diameter als de aanzuigleiding geïnstalleerd worden.
3.19.7.2 Verwarmingsmantels 1. S-type mantels De S-mantels zijn ontworpen voor gebruik met verzadigde stoom (max 10 bar ⇒ 180°C) of met niet gevaarlijke media (max 10 bar - max 200°C). Zij zijn voorzien van schroefaansluitingen Bl (zie paragraaf 6.0 voor de afmetingen). De verbinding kan gemaakt worden door buizen voorzien van draad of buisverbindingsstukken met afdichtingsmiddel in de draad (conische draad volgens ISO 7/1).
3.19.8 Richtlijnen voor het samenbouwen Wanneer een pomp met vrije aseinde geleverd wordt, is het samenbouwen met de aandrijving de verantwoordelijkheid van de gebruiker. De gebruiker moet eveneens alle noodzakelijke apparatuur en uitrusting voorzien voor een veilige plaatsing en opstart van de pomp. 3.19.8.1 Transport van de pompgroep •...
Elektrische uitrusting, verbindingen en componenten van controle systemen kunnen ook bij stilstand nog steeds stroomvoerend zijn. Aanraking hiermee kan dood, ernstig lichamelijk letsel of onherstelbare materiële schade tot gevolg hebben. Motor U (volt) 230/400 V 400 V U 1 V 1 W 1 U 1 V 1 W 1 3 x 230 delta...
Herhaal deze controle bij werktemperatuur en besteed voldoende tijd aan het bereiken van een minimale afwijking van de uitlijning. Plaats de afscherming. Zie de figuur hieronder en de overeenkomstige tabel voor de maximaal toelaatbare tolerantie bij de uitlijning van de helften van de koppeling. Tolerantie bij de uitlijning Buitendiameter van - Va...
3.20 Instructies voor de opstart 3.20.1 Algemeen De pomp kan in dienst worden genomen wanneer alle voorzieningen zoals in paragraaf 3.19 Installatie getroffen zijn. • Vóór de ingebruikstelling moeten de verantwoordelijke bedieners volledig geïnformeerd zijn over de juiste bediening van de pomp/pompgroep en de veiligheidsinstructies.
3.20.4 Checklijst – Eerste opstart Na een grondig onderhoud of wanneer de pomp voor het eerst in dienst genomen wordt (eerste opstart), moet de volgende checklijst nauwkeurig in acht genomen worden: Aanvoer- en afvoerleiding c Aanvoer- en afvoerleidingen zijn gereinigd. c Aanvoer- en afvoerleidingen zijn gecontroleerd op lekken.
3.20.5 Opstart Wanneer de pomp in dienst moet worden genomen, moet de volgende checklijst en procedure in acht genomen worden: c De pomp is gevuld met vloeistof. c De pomp is voldoende voorverwarmd. c De aanzuig- en uitlaatkranen zijn volledig open. c Start de pomp heel even en controleer de draaizin van de motor.
3.21 Het opsporen van de fout Symptoom Oorzaak Oplossing Geen stroming Te grote aanzuighoogte • Reduceer het hoogteverschil tussen De pomp zuigt niet de pomp en het aanzuigreservoir. • Vergroot de diameter van de aanzuigleiding. • Reduceer de lengte van de aanzuigleiding en pas de aanzuigleiding aan (gebruik zo weinig mogelijk bochten en andere stukken).
Pagina 44
Symptoom Oorzaak Oplossing Niet genoeg debiet Viscositeit te laag 17 • Verhoog de pompsnelheid. Aandacht! Ga niet boven de maximumsnelheid en controleer NPSHr. • Plaats indien nodig een grotere pomp. • Als de pomp wordt verwarmd door middel van verwarmingsmantels of elektrische verwarming, dient u de warmtetoevoer te verminderen.
3.21.1 Instructies voor hergebruik en verwijdering 3.21.1.1 Hergebruik Hergebruik of het uit dienst nemen van de pomp mag enkel gebeuren nadat ze volledig leeggemaakt is, en nadat de inwendige delen gereinigd zijn. Opmerking! Wanneer men zo te werk gaat, moet men de gepaste veiligheidsvoorschriften in acht nemen en maatregelen nemen ter bescherming van het milieu.
3.22 Instructies voor onderhoud 3.22.1 Algemeen Dit hoofdstuk beschrijft enkel de normale onderhoudswerkzaamheden die op het terrein kunnen gebeuren. Contacteer uw lokale verdeler voor onderhoudswerken en voor herstellingen die in een werkplaats moeten worden uitgevoerd. • Onvoldoende, verkeerd en/of onregelmatig onderhoud kan aanleiding geven tot slechte werking van de pomp, hoge herstellingskosten en langdurige buitendienststelling.
3.22.2.6 Uitwendige reiniging • Houd het oppervlak van de pomp zo rein mogelijk. Dit vereenvoudigt de inspectie, de aangebrachte markeringen blijven zichtbaar en de vetnippels worden niet vergeten. • Zorg ervoor dat de reinigingsproducten niet in de ruimte van het kogellager komen. Bedek alle delen die niet met vloeistoffen in contact mogen komen.
3.22.3 Specifieke componenten 3.22.3.1 Moeren en bouten Moeren en bouten die schade vertonen of delen met beschadigde draad moeten worden verwijderd en zo spoedig mogelijk worden vervangen door stukken die tot dezelfde sterkteklasse behoren. • Gebruik bij voorkeur een momentsleutel voor het vastdraaien. •...
Het standaard multifunctionele smeervet (consistentieklasse NLGI-2) is geschikt tot een temperatuur van 120°C. Voor hogere temperaturen moet het standaard smeervet vervangen worden door een smeervet voor hoge temperatuur (consistentieklasse NLGI-3). Dit smeervet is, afhankelijk van het merk, geschikt voor temperaturen tot 150°C of 180°C. Wanneer een pomp zal gebruikt worden in een systeem of onder voorwaarden waarbij zij blootstaat aan extreem hoge of lage temperaturen, moet de keuze van het geschikte smeermiddel en het juiste smeerinterval in overleg met uw leverancier van het smeermiddel gemaakt worden.
3.22.3.7 Asafdichtingen Pakkingbus PO • Controleer pompen met een pakkingbus regelmatig op lekken. Een kleine lekkage is normaal. • Controleer ook regelmatig, indien van toepassing, de verbindingen aan de lantaarnring. • Indien de pakkingbus te veel lekt of wanneer de pomp een onderhoudsbeurt nodig heeft, moeten de oude pakkingringen vervangen worden.
3.22.4 Front pull-out De TG-pompen beschikken ook over een frontpull-out systeem. Om vloeistofresten te verwijderen uit de pomp of om het rondsellager te controleren op slijtage, kan het pompdeksel langs de voorzijde uit het pomphuis worden getrokken zonder de aanzuig- en uitlaatleiding los te koppelen. Zie de paragrafen 4.0 Demontage/ montage en 6.6 Gewichten.
3.22.7 Aanduiding van de schroefaansluitingen Om duidelijk te maken welk afdichtingstype voor de schroefaansluitingen is voorzien, duiden we hen als volgt aan, in overeenstemming met de ISO 7/1 en ISO 228/1 standaarden. 3.22.7.1 Schroefaansluiting Rp (voorbeeld Rp 1/2) Als geen afgevlakt dichtingsvlak is voorzien, noemen we de aansluiting Rp in overeenstemming met ISO 7/1.
4.0 Instructies voor montage en demontage Algemeen Onvolledige of slechte montage en demontage kunnen aanleiding geven tot slechte werking van de pomp, hoge herstellingskosten en langdurige buitenwerkingstelling. Contacteer uw lokale verdeler voor meer informatie. Demontage en montage mogen enkel uitgevoerd worden door opgeleid personeel. Dergelijk personeel moet vertrouwd zijn met de pomp en onderstaande instructies volgen.
Wentellagers 4.5.1 Algemeen • Hergebruik nooit een gedemonteerd lager of een gedemonteerde borgplaat! • Voor demontage en montage van het lager (en de koppeling). Gebruik geschikte gereedschappen zodat de pomp kan worden geïnspecteerd zonder schokbelastingen. Schokken kunnen brosse materialen van lagerbussen en mechanische dichtingen beschadigen.
4.5.4 TG GP15-50 tot TG GP360-150 demontage 1. Verwijder eerst de helft van de flexibele koppeling met een koppelingtrekker. 2. Verwijder de spie (1570), de stelschroeven (1480), de tapbouten (1540) en de lange schroeven (1530). 3. Verwijder het buitenste lagerdeksel (1470) en de V-dichting (1490). 4.
Veiligheidsklep • De veiligheidsklep mag niet worden gedemonteerd zolang de veer niet helemaal gelost is • Meet, vooraleer de veer te lossen, de positie van de regelbout zodat later de veer opnieuw kan afgesteld worden op haar oorspronkelijke openingsdruk. 4.6.1 Demontage •...
Elektrische verwarming 4.7.1 Algemeen Als u een verwarmingspatroon vervangt, dient u een verwarmingspatroon van hetzelfde type (afmetingen, spanning, vermogen, ...) te gebruiken. 4.7.2 Elektrische verwarming op het pompdeksel (in de rondseltap) 4.7.2.1 Demontage • Koppel de draden van het verwarmingspatroon (0800) los van de elektronische of elektrische voedingsregelinrichting.
4.7.3 Elektrische verwarming rond asafdichting (in het tussenstuk) 4.7.3.1 Demontage • Koppel de draden van het verwarmingspatroon (0800) los van de elektronische of elektrische voedingsregelinrichting. • Koppel de flexibele goot (0830) los van de elektronische of elektrische voedingsregelinrichting. • Demonteer de flexibele goot (0830) van het tussenstuk (0020) door het adapterstuk (0840) los te maken.
6.0 Maatschetsen Standaard pomp 6.1.1 TG GP2-25 tot TG GP6-40 ma ze 4xøvd ISO/R775 TG GP2-25 TG GP3-32 TG GP6-40 G 1 1/4 G 1 1/2 G 1/4 G 1/4 G 1/4 G 1/4 Rp 3/8 Rp 3/8 5 h9 6 h9 21.5 16 j6...
6.1.2 TG GP15-50 tot TG GP360-150 ma ze 4xØvd ISO / R775 TG GP15-50 TG GP23-65 TG GP58-80 TG GP86-100 TG GP120-100 TG GP185-125 TG GP 360-150 G 1/4 G 1/4 G 1/2 G 1/2 G 1/2 G 1/2 G 3/4 G 1/2 G 1/2 G 1/4...
Flensverbindingen 6.2.1 TG GP2-25 tot TG GP6-40 øak TG GP2-25 TG GP3-32 TG GP6-40 ac PN16 ac PN20 79.5 98.5 ad PN16 ad PN20 ak PN16 4xd14 4xd18 4xd18 ak PN20 4xd16 4xd16 4xd16 am PN16 am PN20 6.2.2 TG GP15-50 tot TG GP360-150 TG GP58-80/ TG GP15-50/ TG GP360-150ø...
Mantels – Elektrische verwarming 6.3.1 TG GP2-25 tot TG GP6-40 Mantels (SS) met schroefdraadaansluitingen op het pompdeksel en rond de asafdichting 2xBl 2xBl 2xBf 2xBf Enkele mantel (SO) met schroefdraad- Enkele mantel (OS) met schroefdraad- aansluiting op het pompdeksel aansluiting rond de asafdichting TG GP2-25 TG GP3-32 TG GP6-40...
6.3.2 TG GP15-50 tot TG GP360-150 2xBf 2xBl Mantels (SS) met schroefdraadaansluitingen op het pompdeksel en rond de asafdichting 2xBf 2xBl Enkele mantel (SO) met schroefdraad- Enkele mantel (OS) met schroefdraad- aansluiting op het pompdeksel aansluiting rond de asafdichting TG GP15-50 TG GP23-65 TG GP58-80 TG GP86-100 TG GP120-100 TG GP185-125 TG GP360-150...
6.3.3 Elektrische verwarming Elektrische verwarming op het pompdeksel (in de rondseltap) en rond de asafdichting (in het tussenstuk) = E..E.. Elektrische verwarming op het pompdeksel Elektrische verwarming rond de asafdichting (in de rondseltap) = E..O (in het tussenstuk) = OE.. E..O OE..
Verklaring van overeenstemming voor materialen bestemd om met levensmiddelen in contact te komen Producent SPX Flow Europe Limited - Belgium Evenbroekveld 2-6 9420 Erpe-Mere Belgium Hierbij verklaren wij dat de materialen die met levensmiddelen in contact komen tijdens het beoogde gebruik, voldoen aan de algemene eisen van de datum van deze verklaring van Verordening (EG) nr.
Declaration of Compliance CLIPPERLON 2135 FG Product/material Date of declaration 20-6-2019 To European legislation EC 1935/2004 EU 10/2011 To FDA regulation CFR 21§177.1550 We confirm that the above mentioned material is compliant to the above This material has been tested following the FDA regulation on mentioned regulations and legislations.