3. Opnamemodussen
Handmatige Belichtingsmodus
Bepaalde belichting door handmatig de opening en de sluitertijd in te stellen.
1
Stel de functieknop in op [
2
Draai aan de modusknop op de achterkant om de
sluitertijd in te stellen en draai aan de modusknop
op de voorkant om de lensopeningwaarde in te
stellen.
A Belichtingsmeter
B Lensopeningwaarde
C Sluitertijd
D Hulp bij handmatige belichting
[B] (Bulb), 60 tot 1/2000 (met de elektronische voorste gordijnsluiter)
Optimaliseren van de ISO-gevoeligheid voor de sluitertijd en de
lensopeningwaarde
Als de ISO-gevoeligheid op [AUTO] gezet is, stelt de camera de ISO-gevoeligheid
automatisch in zodat de belichting geschikt zal zijn voor de sluitertijd en de
lensopeningwaarde.
• Afhankelijk van de opname-omstandigheden kan het zijn dat geen geschikte belichting
ingesteld wordt of dat de ISO-gevoeligheid hoger wordt.
Handmatige belichtingsassistentie
0 0 0
De belichting is goed.
0
0
3
3
+
+ +
Stel een hogere sluitertijd of een grotere openingswaarde in.
0 0 0
−3
−3
Stel een lagere sluitertijd of een kleinere openingswaarde in.
• De handmatige-belichtingsassistentie is een benadering. Wij raden aan de opnamen op het
weergavescherm te controleren.
• Als u een lens gebruikt die een ring voor de lensopening heeft, zet de positie van deze ring
dan op [A] om de instellingen van de modusknop op de voor-/achterkant te activeren. Op
posities anders dan [A] zal de instelling van de ring de prioriteit hebben.
• Als de flitser geactiveerd is, is de snelste sluitersnelheid die geselecteerd kan worden 1/250
van een seconde.
(P159)
].
Sluitertijd (Sec.)
[B] (Bulb), 60 tot 1/8000 (met de mechanische sluiter)
1 tot 1/32000 (met de elektronische sluiter)
75
SS
SS
SS
8
15
30
60
125
F F
2.8
4.0
5.6
8.0
11
0 0
+3
5.6
30
30