10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie
Versturen van beelden naar een PC
∫
1
Selecteer het menu.
>
MENU
[Afbeeldingen versturen tijdens opname] of [Afbeeldingen
versturen van camera] > [PC]
2
Selecteer [Via netwerk] of [Direct] en maak de verbinding.
3
Selecteer de PC waarmee u verbinding wilt maken.
• Als de PC waarmee u verbinding wilt maken niet weergegeven wordt, selecteer dan
[Handmatige invoer] en voer de computernaam van de PC in (NetBIOS naam voor Mac).
4
Selecteer de map waarnaar u de beelden wilt versturen.
5
Kijk de verzonden instellingen na en selecteer [Inst.].
• Om de verzonden instelling te veranderen, drukt u op [DISP.].
6
Wanneer [Afbeeldingen versturen tijdens opname] geselecteerd is
Maak foto's.
(P271)
Wanneer [Afbeeldingen versturen van camera] geselecteerd is
Selecteer de opname.
• In de gespecificeerde map zullen mappen gecreëerd worden op grond van de verstuurde
gegevens en de gegevens zullen in die mappen bewaard worden.
• Als het scherm voor een gebruikersaccount en de invoering van een password verschijnt,
voer dan het password in dat u op uw PC ingesteld heeft.
• Als de computernaam (NetBIOS naam voor Mac) een spatie bevat (leeg karakter), enz., dan
wordt hij misschien niet herkend.
In dat geval raden wij aan de naam te veranderen in een naam die slechts uit 15 of minder
alfanumerieke karakters bestaat.
• Als de firewall van het besturingssysteem, de veiligheidssoftware, enz., ingeschakeld is, kan
het zijn dat het niet mogelijk is een verbinding met de PC tot stand te brengen.
In deze gevallen niet beschikbaar:
• Als [Autom. overzetten] in [Bluetooth] op [ON] gezet is, is [Wi-Fi-functie] niet beschikbaar.
[Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi-functie] > [Nieuwe verbinding] >
(P272)
277
(P285)
(P272)