12. Overige
Het onderwerp verschijnt vervormd op het beeld.
• Als u een bewegend onderwerp opneemt met gebruik van de elektronische sluiter, of als u een
film of een 6K/4K-foto opneemt, kan het onderwerp vervormd op het beeld verschijnen. Dit is
een kenmerk van MOS-sensoren die als de pickup-sensoren van het toestel werken. Dit is
geen defect.
Er kunnen strepen of beeldflikkering verschijnen onder verlichting zoals
fluorescente verlichting en LED-verlichting-inrichting.
• Dit is kenmerkend voor MOS-sensoren die dienst doen als de
pickupsensoren van de camera.
Dit is geen storing.
• Als de elektronische sluiter
de sluitertijd het effect van de horizontale strepen verkleinen.
• Wanneer u bij het opnemen van films aanzienlijke flikkering of strepen
opmerkt bij een verlichting zoals een fluorescente of LED-verlichting, stel dan [Antiflikkering]
(P203)
in.
Hierdoor kan het flikkeren en de weergave van strepen afnemen en kunt u een vaste sluitertijd
instellen.
U kunt de sluitertijd met de hand instellen in de Creatieve Video-modus.
Er verschijnen strepen bij hoge ISO-gevoeligheid.
• Er kunnen strepen verschijnen bij hoge ISO-gevoeligheid of afhankelijk van de lens die
gebruikt wordt.
> Verlaag de ISO-gevoeligheid.
De helderheid van de tint van het gemaakte beelden verschilt van de eigenlijke
scène.
• Wanneer u onder fluorescente of LED-verlichting enz. opneemt, zou het verhogen van de
sluitertijd kleine veranderingen m.b.t. de helderheid en de kleur met zich mee kunnen brengen.
Deze veranderingen zijn een resultaat van de eigenschappen van de lichtbron en duiden niet
op storing.
• Wanneer u onderwerpen opneemt op extreem heldere plekken of onder fluorescente
verlichting, LED-verlichting, een kwiklamp, natriumverlichting enz., zouden de kleuren en de
schermhelderheid kunnen veranderen of zouden er horizontale strepen kunnen verschijnen op
het scherm.
Er wordt een helder punt dat zich niet in het onderwerp bevindt opgenomen.
• Er kunnen defecte pixels in de beeldsensor zijn.
> Voer de [Pixelverbeter.]
Kan [Stille modus] niet op [OFF] zetten.
• Op het moment van aankoop is [Stille modus] toegekend aan de functiehendel. Als de
functiehendel op [MODE2] gezet is, verander de instelling dan in [MODE1].
(P199)
gebruikt wordt, zal het verlagen van
(P109)
(P231)
uit.
325
(P171)
(P48)