9. De menufuncties gebruiken
[Prio. focus/ontspan]
Stel in om de prioriteit tijdens Auto Focus aan de scherpstelling of aan de sluiterknop te
geven.
• Er kunnen verschillende instellingen op verschillende instellingen van de Focusmodus ([AFS/
AFF], [AFC]) toegepast worden.
[FOCUS]
Schakelt de opname uit als geen scherpstelling verkregen wordt.
Voert de opname uit terwijl het evenwicht tussen de scherpstelling en de
[BALANCE]
timing voor het loslaten van de sluiterknop geregeld wordt.
[RELEASE]
Schakelt de opname zelfs in als geen scherpstelling verkregen wordt.
[Loop verpl. focus kader]
Als de positie van de AF-zone, of de positie van de weergave van MF Assist, ingesteld
wordt, kunt u de positie als een lus van de ene rand naar de andere rand van het scherm
laten lopen.
[Weergave AF-gebied]
Dit verandert de instelling van de weergave van de AF-zone die toegepast wordt als de
Auto Focusmodus op [
Geeft AF-zones weer op het opnamescherm.
• De AF-zones worden niet weergegeven als [
[ON]
Geeft AF-zones al enkele seconden nadat u begint ze te gebruiken op het
[OFF]
opnamescherm weer.
• Zelfs als [ON] ingesteld is, wordt in de volgende gevallen dezelfde handeling als [OFF]
uitgevoerd:
– Wanneer u bewegende beelden opneemt
– Bij 6K/4K-foto-opnames
– Creatieve Videomodus
] ([225-zone]) of [
of [
] in [Voorkeur multi] op de standaard instelling van de AF-zone
gezet is.
], etc. ([Voorkeur multi]) gezet is.
209
] (225-Zone) of [
], [
]