Toekennen van veelgebruikte functies aan knoppen/hendel
(functieknoppen/functiehendel) ...............................................................................60
• Toekennen van functies aan de functieknoppen ............................................60
• Gebruik van de functieknoppen tijdens het opnemen ....................................61
• Gebruik van de functieknoppen tijdens het afspelen......................................62
• Toekennen van een functie aan de functiehendel ..........................................63
Tekst Invoeren.........................................................................................................64
3. Opnamemodussen
Foto's maken met de automatische functie (Intelligent Auto modus)......................65
• [Intelligent auto]-menu ....................................................................................68
• Fotograferen met de instellingen voor aangepaste kleur, defocus en
helderheid ......................................................................................................69
Foto's maken met automatisch ingestelde lensopening en sluitertijd
(Programma AE-modus) .........................................................................................71
Opnamen maken door het specificeren van lensopening/sluitertijd........................73
• Lensopening-Prioriteit AE-modus...................................................................74
• Sluiter-Prioriteit AE-modus .............................................................................74
• Handmatige Belichtingsmodus .......................................................................75
• Controleer de effecten van diafragma en sluitertijd (Preview-functie) ............77
• Gemakkelijk de sluitertijd/sluitertijd voor geschikte belichting
(OnPush AE) instellen....................................................................................78
Foto's maken met verschillende beeldeffecten (Creative Control modus) ..............79
• Soorten beeldeffecten ....................................................................................80
Registreren van uw favoriete instellingen (Voorkeuzemode) ..................................85
• Registratie van eigen menu-instellingen (registratie van klantinstellingen) ....85
• Oproepen van een geregistreerde reeks standaard instellingen....................86
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon
Automatisch instellen van het brandpunt ................................................................87
Instelling van de Focusmodus (AFS/AFF/AFC) ......................................................89
• Verpersoonlijking van de werkinstellingen van Auto Focus voor het maken
van foto's ........................................................................................................90
Instelling van de Auto Focusmodus ........................................................................92
De positie van de AF-zone specificeren..................................................................97
• De positie van de AF-zone op het instellingenscherm specificeren ...............98
• De positie van de AF-zone met de joystick specificeren ..............................100
• De positie van de AF-zone met het Touch Pad specificeren ........................101
• De positie van de AF-zone met de Touch-functie specificeren ....................101
Handmatig instellen van het brandpunt.................................................................103
Vastzetten van het brandpunt en de belichting (AF/AE-vergrendeling) ................106
Belichtingscompensatie ........................................................................................107
De lichtgevoeligheid instellen................................................................................109
De witbalans instellen ........................................................................................... 111
• De witbalans fijn afstellen ............................................................................. 113
5