3.
Pak de rand van de oude cartridge vast en trek de cartridge er recht uit.
4.
Raak de metalen contactpunten op de cartridge niet aan. Vingerafdrukken op de contacten kunnen
verbindingsproblemen veroorzaken.
5.
Plaats de nieuwe cartridge in de juiste houder.
6.
Sluit de cartridgeklep.
Tips voor het werken met cartridges
Gebruik de volgende tips om met cartridges te werken:
Ga als volgt te werk om problemen met de afdrukkwaliteit te voorkomen:
●
Schakel de printer altijd uit met de aan/uit-knop aan de voorzijde van de printer en wacht totdat
—
het lampje van de aan/uit-knop uit gaat.
48
Hoofdstuk 5 Cartridges
NLWW