De verbindingssnelheid en communicatiemodus van de afdrukserver moeten overeenkomen met die van de
netwerkhub. In de meeste gevallen kunt u het apparaat in de automatische stand laten staan. Onjuiste
wijziging van de verbindingssnelheid en instellingen voor dubbelzijdig afdrukken kan de communicatie van
het apparaat met andere netwerkapparaten verhinderen. Wijzigingen kunt u aanbrengen via het
bedieningspaneel van de printer.
OPMERKING:
De instellingen moeten overeenkomen met die van het netwerkproduct waarmee u verbinding maakt
●
(een netwerkhub, switch, gateway, router of computer).
Wijzigingen kunnen ertoe leiden dat het product uit en weer ingeschakeld wordt. Breng alleen
●
wijzigingen aan wanneer het product inactief is.
1.
Selecteer op het startscherm van het bedieningspaneel
druk op OK.
2.
Selecteer
3.
Selecteer
4.
Selecteer
5.
Selecteer een van de volgende opties en druk op OK:
Instelling
Automatisch
10-Full
10-Half
100-Full
100-Half
18
Hoofdstuk 2 Het apparaat aansluiten
Ethernet-instellingen
en druk op OK.
Geavanceerde instellingen
Koppelingssnelheid
en druk op OK.
Beschrijving
De afdrukserver stelt automatisch de hoogste verbindingssnelheid en de communicatiemodus
in die op het netwerk zijn toegestaan.
10 Mbps, volledige duplexwerking
10 Mbps, half-duplexwerking
100 Mbps, volledige duplexwerking
100 Mbps, half-duplexwerking
Netwerk
en druk op OK.
(met de knop
of
zo nodig) en
NLWW