Trompetcurves en opstartcurves
Evenals bij alle andere infusiesystemen veroorzaken de werking van het pompmechanisme en variaties in de individuele spuiten bij deze
pomp kortetermijnfluctuaties in de nauwkeurigheid van de infusiesnelheid .
De volgende curves geven op twee manieren de kenmerkende werking van het systeem weer: 1) het vertraagd op gang komen van
de vloeistofstroom wanneer de infusie wordt opgestart (opstartcurves) en 2) de gemeten nauwkeurigheid van de vloeistofafgifte over
verschillende tijdsperioden (trompetcurves) .
In de opstartcurves wordt de continue flow afgezet tegen de bedrijfstijd vanaf de start van de infusie . Uit deze curves blijkt dat de vloeistof
als gevolg van mechanische compliantie niet onmiddellijk wordt afgegeven en de curves vormen een visuele representatie van uniformiteit .
De trompetcurves zijn afgeleid van het tweede uur van deze gegevens . Tests uitgevoerd conform de norm EN/IEC60601-2-24:1998 .
De trompetcurves danken hun naam aan hun karakteristieke vorm . Zij geven discrete gegevens weer die zijn gemiddeld over bepaalde
tijdsperioden of observatievensters, in de curves worden geen continue gegevens afgezet tegen de operatietijd . Gedurende lange
observatievensters hebben kortdurende fluctuaties weinig effect op de nauwkeurigheid zoals die wordt weergegeven door het
vlakke deel van de curve . Als het observatievenster verkleind wordt, hebben korte-termijnfluctuaties een groter effect; dit blijkt uit het
mondstuk van de trompet .
Kennis van de systeemnauwkeurigheid over verschillende observatievensters kan van belang zijn wanneer bepaalde geneesmiddelen worden
toegediend . Kortetermijnfluctuaties in de nauwkeurigheid van de snelheid kunnen, afhankelijk van de halfwaardetijd van het geneesmiddel
dat wordt toegediend, een klinische impact hebben en daarom kan het klinisch effect niet worden afgeleid uit de trompetcurve alleen .
De opstart- en trompetcurves hoeven niet indicatief te zijn voor de werking onder negatieve druk.
w
Verschillen in factoren als de omvang en de zuigerkracht bij erkende spuiten die door andere fabrikanten worden
geproduceerd, kunnen variaties veroorzaken in de nauwkeurigheid en trompetcurves in vergelijking met de hier
weergegeven curves. U kunt schriftelijk aanvullende curves voor erkende spuiten aanvragen.
Voor toepassingen waar de uniformiteit van de flow een bekommernis is, wordt een snelheid van 1,0 ml/u aanbevolen.
Alaris CC-spuitpomp en Alaris CC Guardrails-spuitpomp
Opstarttrend . BD Plastipak 5 ml bij 0,1ml/u
0.2
0.1
0.0
0
20
40
Tijd (minuten)
Opstarttrend . BD Plastipak 50 ml bij 1,0 ml/u
Tijd (minuten)
Opstarttrend . BD Plastipak 50 ml bij 5,0 ml/u
Tijd (minuten)
60
80
100
120
1000DF00708 uitgave 9
Alaris™-spuitpompen (met Plus-software) MK4
Trompetcurve . BD Plastipak 5 ml bij 0,1ml/u
30.0
20.0
10.0
0.0
-10.0
-20.0
-30.0
0
5
10
Observatievenster (minuten)
Maximumfout
Minimumfout
Trompetcurve . BD Plastipak 50 ml bij 1,0 ml/u
Observatievenster (minuten)
Maximumfout
Minimumfout
Trompetcurve . BD Plastipak 50 ml bij 5,0 ml/u
Observatievenster (minuten)
Maximumfout
Minimumfout
46/50
Trompetcurves en opstartcurves
15
20
25
30
35
Lineair gemiddelde = -4,0%
Lineair gemiddelde = -1,8%
Lineair gemiddelde = -0 . 1 %