Voor montage van de wormstut moet de vereiste wormhoogte al zijn ingesteld op
A
de basisworm!
Paragraaf "Hoogte-instelling bij grote werkbreedte / met stut" in acht nemen!
- Geleidingsplaten (1) links/rechts met de bijbehorende montagedelen (2) monteren
op de klampen van het machineframe.
De geleidingsplaten moeten aan de voorzijde van de klampen worden gemonteerd.
A
- Klamp van de steun (3) over de geleidingsplaat schuiven en met bout (4) en split-
pen (5) vastzetten in de groef.
- Onderste klamp van de steun (3) over het aanslagpunt van de materiaalschacht
schuiven en met bout (6) en splitpen (7) vastzetten.
De stuthouder (8) bevindt zich op het loopwerk.
A
Voor de eerste stuttenset wordt de achterste stuthouder gebruikt!
A
Voor grotere werkbreedtes wordt de tweede stuttenset op de voorste stuthouder
gemonteerd.
- Draaipunthouder (10) in de stuthouder (8) leggen en borgen met de steekbout (11).
- Steekbout (11) vastzetten met de splitpen (12).
Het eerste stutdeel moet in het achterste boorgat worden geplaatst. Als wegens de
A
werkbreedte een tweede stut nodig is, moet het voorste boorgat worden gebruikt!
- Zwenkhouder (14) m.b.v. steekbout (15) monteren op de stutschacht (13).
- Steekbout (15) vastzetten met de splitpen (16).
- Stutten (17) met montagedelen (18) monteren op de draaipunthouder (10).
De stutten moeten worden gemonteerd op de buitenzijde van de draaipunthouder (10)!
A
- Borgclip (19) en steekbout (20) demonteren, stelstang (21) zover uittrekken tot de
stut met de desbetreffende montagedelen (22) kan worden gemonteerd op de
zwenkhouder (14).
- Stelstang (21) met steekbout (20) en borgclip (19) vastzetten in een passend boorgat.
- Hoogtestut (23) op dezelfde manier monteren.
- De hoogtestut daarbij vastzetten op het wormbuitenlager (24) en het onderste bo-
orgat (25) van de steun.
Op het montagepunt van de steun (3) moet de stut aan de achterzijde worden
A
vastgezet!
E 11 26