18
Onderhoud
18.24 Centrale kettingsmeerinstallatie onderhouden
18.24.2
Doseereenheden reinigen
RP000-231
Wanneer afzonderlijke doseereenheden (2) op de centrale kettingsmering verstopt zijn, moeten
deze doseereenheden en hun omgeving worden gereinigd, zie ook onderhoudstabel,
Pagina 192.
De verdeler (3) met de doseereenheden (2) van de centrale kettingsmering bevinden zich aan
de rechter en linker machinezijde achter de voorste zijkap.
ü De machine is stopgezet en beveiligd,
ü De voorste zijkap is geopend.
De dopmoer (1) van de doseereenheid (2) losschroeven.
De doseereenheid (2) van de verdeler (3) losschroeven.
De kap (6) van de doseereenheid (2) losschroeven.
De veer en de stopkraan (5) voorzichtig demonteren. Let erop dat de veer niet beschadigd
wordt.
Alle componenten met een geschikt reinigingsmiddel reinigen. In het bijzonder het
gebied (4) reinigen, dat vermoedelijk de meeste verontreinigingen toont.
Erop letten dat rubber afdichtingen (7) niet met een sterk reinigingsmiddel worden gereinigd.
De veer en de stopkraan (5) monteren.
De kap (6) er handvast aanschroeven.
De doseereenheid (2) in de verdeler (3) zetten en er handvast aanschroeven.
De dopmoer (1) op de doseereenheid (2) handvast aanschroeven.
18.24.3
Slang aan de doseereenheid vervangen
RP000-232
220
1
7
2
2
3
zie
Pagina 28.
Originele handleiding 150001158_00_nl
4
5
6
zie
Fortima F 1250 MC