17
Instellingen
17.8
Sensor "Positie touwgeleidingsslede" instellen
1
RP001-048
Om de functie van de magneetkoppeling te waarborgen, moet de luchtspleet (2) met de
passchijven (5) op de maat 0,2 mm (+0,15/-0,05) worden ingesteld:
ü De machine is stopgezet en beveiligd,
De borgmoeren (3) en schijven demonteren.
De kunststofschijf (1) eraf halen.
De luchtspleet (2) meten.
Bij afwijkende maat de drager (6) van de kunststofschijf (1) van de rondselas (7)
demonteren, hiervoor de borgring (4) verwijderen en de drager (6) lostrekken.
De luchtspleet (2) met de passchijven (5) op de maat 0,2 mm (+0,15/-0,05) instellen.
De drager (6) op de rondselas (7) schuiven en met de borgring (4) borgen.
De kunststofschijf (1) met de borgmoeren (3) en schijven monteren.
17.8
Sensor "Positie touwgeleidingsslede" instellen
1
RP001-114
Om het perstouw niet altijd op dezelfde plaats te laten starten of af te laten snijden, kan de
sensor (2) naar links of naar rechts worden verschoven.
De schroef (1) losdraaien.
De sensorhouder (3) verschuiven.
De schroef (1) weer aantrekken.
188
2
2
3
4
1
3
zie
Pagina 28.
Originele handleiding 150001158_00_nl
5
7
6
Fortima F 1250 MC