Inhoudsopgave
Advertenties
5
Bediening
Herhaald buigen kan de thermokoppeldraden breken. Voorkom scherpe bochten, vooral in
de buurt van de connector, om de levensduur van de kabel te verlengen.
Figuur 5.3 Meegeleverd thermokoppel type K
Figuur 5.4 Temperatuuraflezing thermokoppel (33,7℃, in dit voorbeeld)
1. Schakel indien nodig de thermokoppelmodus in het menusysteem in (on-
der Meting). Het thermokoppel wordt ingeschakeld wanneer het label 'TC'
op het display wordt weergegeven.
2. Sluit een sub-miniatuurstekker van een thermokoppel type K (zie Afbeel-
ding 5.3) aan op de aansluiting in het bovenste compartiment.
3. Raak met de thermokoppelpen het oppervlak aan of houd de pen in de
lucht. Lees de temperatuurwaarde op het display naast het label 'TC' af,
zie Afbeelding 5–4.
4. Ga naar Algemene instellingen in het menusysteem om °C of° F tempera-
tuureenheden te selecteren.
5. Als het thermokoppel niet is aangesloten wanneer de Type-K-modus is ge-
selecteerd, toont het display streepjes in plaats van een meetwaarde. Als
de meting buiten het bereik valt, wordt 'OL' op het display weergegeven.
6. Om de optimale emissiviteitsinstelling voor een bepaald oppervlak te vin-
den, voert u een IR-temperatuurmeting en vervolgens een Type-K-meting
uit. Pas de emissiegraad aan totdat de IR-meetwaarde gelijk is aan de Ty-
pe-K-meetwaarde. Nu is de emissiegraad geoptimaliseerd. De emissie-
graad kan worden ingesteld in het menusysteem (onder Meting).
#NAS100014; r. AK/74542/74592; nl-NL
VOORZICHTIG
12
Advertenties
Inhoudsopgave
