2. INSTELLING VAN DE PRINTER
2.11 Instelling
printstartpositie
(vervolg)
Voltage zwarte stip
Tussenwaarde
Voltage blanco printruimte
<5>SENSOR ADJ.
[REFLECT] 3.5V
<5>SENSOR ADJ.
[REFLECT] 4.8V*
<5>SENSOR ADJ.
[TRANS.] 2.4V
Voltage voedingholte
Tussenwaarde
Voltage printruimte
<5>SENSOR ADJ.
[TRANS.] 2.4V
<5>SENSOR ADJ.
[TRANS.] 2.4V*
<5>SENSOR ADJ.
[PE]R0.1V T4.8V
Bij gebruik van de zwarte stip sensor
(1) Druk op [PAUSE] toets terwijl het bericht "<5>SENSOR ADJ."
getoond wordt en wacht tot het voltage op het scherm verschijnt.
De waarde die op het scherm verschijnt is het voltage dat op dat
ogenblik door de zwarte stip sensor wordt opgemeten.
<5>SENSOR ADJ.
[REFLECT] 3.5V
(2) Meet achtereenvolgens het voltage van een blanco deel van de media
en de zwarte stip. Noteer de tussenwaarde van de twee voltages.
(Deze waarde zal later gebruikt worden om de printstartpositie in te
stellen).
(Voorbeeld)
Printruimte = 4.8V, Zwarte stip = 2.4V
1. Let op dat de sensor per vergissing het voltage van een voorgedrukt
deel niet opmeet.
2. Er moet ten minste een verschil van 0.7V zijn tussen de twee warden.
Indien het verschil kleiner is, kan de printstartpositie niet achterhaald
worden. In dat geval zult u het gebruik van een ander type media
moeten overwegen.
3. Zorg ervoor dat het deksel gesloten is tijdens het opmeten van
voltages.
(3)Hou de [RESTART] en [FEED] toetsen 3 seconden lang ingedrukt
zodat een blanco deel van de printruimte in lijn komt met de zwarte
stip sensor.
(4) Nadat een "media level" voltage werd opgeslagen, verschijnt een
asterisk "*" rechts van het voltage. Druk op de [PAUSE] toets.
(5) Een voltage dat op dat ogenblik gedetecteerd wordt door de
voedingsholtesensor verschijnt op het scherm.
Bij gebruik van de voedingsholtesensor
(1) Meet achtereenvolgens het voltage van een blanco deel van het etiket
en de voedingsholte. Noteer de tussenwaardde van de twee voltages.
(Deze waarde zal later gebruikt worden om de printstartpositie in te
stellen.)
(Voorbeeld)
Printruimte = 2.4V, Voedingsholte = 4.0V
1. Let op dat de sensor per vergissing het voltage van een voorgedrukt
deel niet opmeet.
2. Er moet ten minste een verschil van 0.7V zijn tussen de twee warden.
Indien het verschil kleiner is, kan de printstartpositie niet achterhaald
worden. In dat geval zult u het gebruik van een ander type media
moeten overwegen.
3. Zorg ervoor dat het deksel gesloten is tijdens het opmeten van
voltages.
(2) Hou de [RESTART] en [FEED] toetsen 3 seconden lang ingedrukt
zodat een blanco deel van de printruimte in lijn komt met de
voedingsholtesensor.
(3) Nadat een "media level" voltage werd opgeslagen, verschijnt een
asterisk "*" rechts van het voltage. Druk op de [PAUSE] toets.
(4) Het scherm wijzigt zoals hiernaast links is aangegeven.
N2-76
DUTCH VERSION NO1-33048
2.11 Instelling printstartpositie
Tussenwaarde = 3.6V
OPMERKINGEN:
Tussenwaarde = 3.2V
OPMERKINGEN: