2. INSTELLING VAN DE PRINTER
2.10 Fijne instelling
printpositie en
printintensiteit
<3>ADJUST SET
[PAUSE]
<3>ADJUST SET
FEED ADJ.+10.0mm
[PAUSE]
<3>ADJUST SET
CUT ADJ. +10.0mm
[PAUSE]
<3>ADJUST SET
BACK ADJ. +5.0mm
[PAUSE]
<3>ADJUST SET
X ADJUST +50.0mm
[PAUSE]
<3>ADJUST SET
TONE ADJ.<T> +3
[PAUSE]
<3>ADJUST SET
TONE ADJ.<D> -2
[PAUSE]
<3>ADJUST SET
RBN ADJ <FW> -10
[PAUSE]
<3>ADJUST SET
RBN ADJ <BK> -5
[PAUSE]
<3>ADJUST SET
THRESHOLD<R>1.0V
[PAUSE]
<3>ADJUST SET
THRESHOLD<T>1.4V
[PAUSE]
Dit deel beschrijft hoe u een fijne instelling kunt uitvoeren van de
printstartpositie, de snij/afpelpositie, een achterwaartse mediaanvoer, de
printintensiteit en de lintmotortorsie.
Volg onderstaande werkwijze wanneer een fijne instelling van de
printstartpositie, de printintensiteit enz. nodig is.
1. Zet de printer onder spanning en ga na of het bericht "ONLINE" op
het LCD scherm verschijnt.
2. Druk op de [PAUSE] toets om de printer in pauze te zetten.
3. Hou de [RESTART] toets drie seconden lang ingedrukt tot het bericht
"<1>RESET" op het scherm verschijnt.
4. Druk op de [FEED] of de [RESTART] toets tot het bericht
"<3>ADJUST SET" op het LCD scherm verschijnt.
5. Drukt op de [PAUSE] toets wanneer het bericht "<3>ADJUST SET."
op het scherm verschijnt om de parameter fijne instellingsmode te
openen..
De parameter fijne instellingsmode bevat onderstaande submenu's..
De submenu's verschijnen achtereenvolgens telkens de [PAUSE] toets
ingedrukt wordt.
Fijne instelling van de mediaaanvoer:
De mediaanvoer wordt aangepast in functie van de printstartpositie.
Fijne instelling van de Snij/afpelpositie:
De snijpositie en de afpelpositie worden aangepast.
Fijne instelling van een achterwaartse mediaaanvoer:
Een achterwaartse mediaaanvoer wordt uitgevoerd.
Fijne instelling van het X-coördinaat:
Het X-coördinaat van een printstartpositie wordt aangepast.
Fijne instelling van de printintensiteit (thermische transfer):
De printintensiteit voor thermische mode wordt aangepast.
Fijne instelling van de printintensiteit (thermisch direct):
De printintensiteit voor thermisch directe mode wordt aangepast.
Fijne instelling van de kracht van de lintmotor (opvangmotor):
De torsie van de lintopvangmotor wordt aangepast.
Fijne instelling van de kracht van de motor (aanvoermotor):
De torsie van de lintaanvoermotor wordt aangepast;
Fijne instelling van de zwarte stip sensor:
De voedingsopening wordt aangepast voor de zwarte stip sensor.
Raadpleeg Deel 2.11.
Fijne instelling van de voedingsholte sensor:
De voedingsopening wordt aangepast voor de voedingsholte sensor.
Raadpleeg Deel 2.11.
Het "Printer driver's properties" scherm beschikt tevens over een menu
voor een fijne instelling van parameters.
N2-66
DUTCH VERSION NO1-33048
2.10 Fijne instelling printpositie en printintensiteit
OPMERKING: