2. INSTELLING VAN DE PRINTER
2.7.1 Parameterinstelling
(vervolg)
(18) Initialisatie
Deze parameter bepaalt of een initialisatie wordt uitgevoerd of niet
wanneer het INIT signaal op ON staat.
Gewoonlijk zal de printer bij het ontvangen van een initialisatieaanvraag
(Init signaal) van de host d.m.v. een Centronics interface een initialisatie
ondergaan en terugkeren naar bedrijfstoestand.
Staat deze parameter op OFF, dan zal de printer een initialisatie
ondergaan maar niet terugkeren naar bedrijfstoestand.
Staat deze parameter op ON, dan zal de host een inialisatieaanvraag
sturen en zal de printer in bedrijfstoestand keren telkens hij onder
spanning gezet wordt. Zet deze parameter op OFF indien u dit niet wenst.
Hou de [PAUSE] toets ingedrukt wanneer "<2>PARAMETER SET"
verschijnt tot het onderstaand scherm tevoorschijn komt.
<2>PARAMETER SET
INPUT PRIME ON
Kies de gewenste optie met de [FEED] of [RESTART] toets.
[RESTART]
[FEED]
Druk op de [PAUSE] toets om uw keuze te bevestigen.
(19) Linteindedetectie
Met deze parameter wordt de lengte van het lintoverschot vastgelegd,
waarbij een linteindedetectie moet optreden.
Hou de [PAUSE] toets ingedrukt wanneer "<2>PARAMETER SET"
verschijnt tot het onderstaand scherm tevoorschijn komt.
<2>PARAMETER SET
RBN NEAR END 70m
Kies de gewenste optie met de [FEED] of [RESTART] toets.
[RESTART]
[FEED]
Druk op de [PAUSE] toets om uw keuze te bevestigen.
N2-27
2.7 Instelling van werkomgeving
INPUT PRIME ON
INPUT PRIME OFF
RBN NEAR END 70m
Linteindedectie als het lintoverschot een
lengte heeft van 70m.
RBN NEAR END 30m
Linteindedectie als het lintoverschot een
lengte heeft van 30m.
RBN NEAR END OFF
Geen linteindedectie.
DUTCH VERSION NO1-33048
Beschikbaar
Niet beschikbaar