7. KENMERKTEN MEDIA EN LINTEN
7.1.5 RFID Tag
De B-SA704-RFID-U2-EU-R ondersteunt EPC C1 Gen2 tags
Voorzorgen bij het gebruik van RFID Tags
(1) Lokatie van een RFID Tag
De plaats van een RFID tag op het etiket beïnvloedt de nauwkeurigheid van het wegschrijven van gegevens op
een RFID tag. De beste lokatie kan niet voor alle RFID tags gedefinieerd worden omdat deze afhangt van het
type van de RFID tag en de RFID tag antenne.
Het RFID analyse instrument kan de nauwkeurigheid van het wegschrijven van gegevens op een RFID tag
meten.
Stel u in verbinding met een TOSHIBA TEC verdeler of vertegenwoordiger in uw buurt i.v.m. het RFID
analyse instrument.
Hieronder vindt u een aanwijzing over de beste lokatie van de meest algemene RFID tags.
Het gebruik van het RFID analyse instrument om de nauwkeurigheid te meten van het wegschrijven van
gegevens op een RFID tag is aangewezen.
Stel u in verbinding met een TOSHIBA TEC verdeler of vertegenwoordiger in uw buurt indien u de beste
lokatie van de RFID tag niet vindt.
Houd er rekening mee dat de hieronder beschreven beste lokatie kan afwijken naargelang het papier- of
lijmtype, ook al wordt dezefde RFID tag gebruikt. Deze aanwijzing is van toepassing op RFID thermische
transfer etiketten. De beste lokatie moet opnieuw gezocht worden wanneer media uit PET of thermisch papier
gebruikt wordt.
Voorbeeld 1) UPM Raflatac's Rafsec korte dipool 2 Tag
Het is aangeraden om het verticaal middelpunt van een RFID tag te plaatsen op een afstand van 27 mm + 3 mm
van de uiterste rand van het etiket en om het horizontaal middelpunt aan te sluiten met het horizontaal
middelpunt van het etiket.
N7- 4
DUTCH VERSION NO1-33048
7.1 Media
27mm±3mm
Aanvoerrichting media