Programmeren
1-29 Autom. aanpassing motorgeg. (AMA)
Option:
Functie:
[1]
Volledige
Hiermee wordt een AMA uitgevoerd voor de
AMA insch.
statorweerstand R
statorlekreactantie X
en de hoofdreactantie X
[2]
Beperkte
Hiermee wordt een beperkte AMA uitgevoerd
AMA insch.
waarbij alleen de statorweerstand R
systeem wordt bepaald. Selecteer deze optie als
een LC-filter wordt gebruikt tussen de
omvormer en de motor.
Opmerking:
•
Voor de beste aanpassing van de frequentieom-
vormer wordt aanbevolen AMA uit te voeren met
een koude motor.
•
AMA kan niet worden uitgevoerd terwijl de motor
loopt.
•
AMA kan niet worden uitgevoerd bij permanente-
magneetmotoren.
NB
Het is belangrijk om de motorparameters in 1-2* juist in te
stellen, aangezien deze deel uitmaken van het AMA-
algoritme. Een AMA moet worden uitgevoerd om te zorgen
voor optimale dynamische motorprestaties. Dit kan tot 10
minuten duren, afhankelijk van de vermogensklasse van de
motor.
NB
Voorkom dat tijdens AMA een extern koppel wordt
gegenereerd.
NB
Als een van de instellingen in par. 1-2* wordt gewijzigd,
worden de geavanceerde motorparameters par. 1-30 tot
1-39 teruggezet naar de standaardinstelling.
3-02 Minimumreferentie
Range:
Functie:
Afhankelijk
[Afhankelijk
Stel de minimumreferentie in. De
van de
van de
minimumreferentie is de laagste
toepassing
toepassing]
waarde die kan worden verkregen als
*
alle referenties bij elkaar worden
opgeteld.
De minimumreferentie is alleen actief
als 3-00 Referentiebereik is ingesteld
op Min.- Max. [0].
De minimumreferentie komt overeen
met:
®
VLT
Decentral Drive FCD 302 Bedieningshandleiding
, de rotorweerstand R
, de
S
r
, de rotorlekreactantie X
1
2
.
h
in het
s
•
De geselecteerde
configuratie in 1-00 Configu-
ratiemodus
Configuratiemodus: voor
®
MG.04.F1.10 – VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
3-02 Minimumreferentie
Range:
Functie:
3-03 Max. referentie
Range:
Functie:
Afhankelijk
[Afhankelijk
Stel de maximumreferentie in. De
van de
van de
maximumreferentie is de hoogste
toepassing
toepassing]
waarde die wordt bepaald door de
*
som van alle referenties.
De eenheid van de maximumrefe-
rentie komt overeen met:
3-41 Ramp 1 aanlooptijd
Range:
Functie:
Afhankelijk
[Afhankelijk
Voer de aanlooptijd in, d.w.z. de
van de
van de
versnellingstijd van 0 tpm tot de
toepassing
toepassing]
synchroonmotorsnelheid n
*
aanlooptijd zo in dat de uitgangs-
stroom tijdens het aanlopen de
ingestelde stroomgrens in
4-18 Stroombegr. niet overschrijdt. De
waarde 0,00 komt overeen met 0,01 s
in snelheidsmodus. Zie Uitlooptijd in
3-42 Ramp 1 uitlooptijd.
Par. . 3 − 41 =
3-42 Ramp 1 uitlooptijd
Range:
Functie:
Afhankelijk
Voer de uitlooptijd in, d.w.z. de tijd die
van de
[Afhankelijk
nodig is om te vertragen van de
toepassing
van de
synchroonmotorsnelheid n
*
toepassing]
Stel de uitlooptijd zo in dat er in de
inverter geen overspanning ontstaat
als gevolg van de generatorwerking
van de motor en de opgewekte stroom
de ingestelde stroomgrens in
4-18 Stroombegr. niet overschrijdt. De
waarde 0,00 komt overeen met 0,01 s
in snelheidsmodus. Zie Aanlooptijd in
3-41 Ramp 1 aanlooptijd.
Par. . 3 − 42 =
Snelh. met terugk. [1], tpm;
voor Koppel [2], Nm;
•
De eenheid geselecteerd in
3-01 Referentie/
terugk.eenheid.
•
De geselecteerde
configuratie in
1-00 Configuratiemodus:
voor Snelheid gesl. lus [1],
tpm; voor Koppel [2], Nm;
•
De eenheid geselecteerd in
3-00 Referentiebereik.
. Stel de
S
t acc s x n s tpm
ref tpm
tot 0 tpm.
s
t dec s x n s tpm
ref tpm
37
5
5